Directieleden persoonlijk aansprakelijk voor overtredingen door onderneming, besluit Amerikaanse Hof
Directieleden die in naam van hun bedrijf de wet overtreden kunnen zich niet verschuilen achter dat bedrijf, oordeelt het US Supreme Court.
In een unanieme uitspraak, die curatoren zowel als crediteuren goed zal doen, heeft het federaal hooggerechtshof in de VS bevestigd, dat wanneer een faillerende onderneming slachtoffer is van frauderende of oneerlijke (daden van) directieleden, de acties en daden van die directeuren niet gezien kunnen worden als gepleegd door de onderneming zelf – waardoor de directieleden de dans zouden ontspringen.
Het ging om een lang verwachte uitspraak in de zaak Jetivia et al versus Bilta (UK)Ltd en andere. Alle zeven rechters verwierpen het betoog van Jetivia, een Zwitsers transportbedrijf, en zijn CEO dat vervolging van hun bedrijf illegaal zou zijn, omdat de overtreding door Bilta als onderneming gepleegd zou zijn. Bilta ging failliet na voor belsatingfraude veroordeeld te zijn, en curatoren van Grant Thornton eisten geld van twee voormalige directeuren, maar ook van Jetivia en zijn CEO vanwege medeverantwoordelijkheid. Bilta’s directie was schuldig bevonden aan een onwettige BTW-carrousel met CO2-emissierechten, waarbij Jetivia en zijn CEO geholpen hadden.
De curatoren stelden dat alle vier partijen schuldig waren aan wanpraktijken die uiteindelijk leidden tot het faillissement en daarom persoonlijk aansprakelijk te stellen waren voor de daardoor ontstane verliezen.
Het Hooggerechtshof oordeelde dat het absurd was te suggereren dat een directielid zijn schuld en aansprakelijkheid zou kunnen afschuiven op de onderneming, die de wet overtreden heeft in opdracht van diezelfde directie. Bovendien oordeelde het Hof dat section 213 van de Amerikaanse Insolvency Act 1986 extraterritoriale werking heeft.