Dijsselbloem beantwoordt vragen over ‘gat in Chinese muur’

Buitenlandse netwerkonderdelen van een accountantsorganisatie mogen adviesdiensten verlenen aan buitenlandse moeder- of dochtermaatschappijen van de controlecliënten. Deze situatie wordt niet gedekt door de Nederlandse wetgeving. Indien dit gebeurt, is geen sprake van omzeiling van de Nederlandse wetgeving.

Dit zegt minister Jeroen Dijsselbloem van Financiën in antwoord op vragen van Tweede Kamerlid Henk Nijboer (PvdA). Nijboer had vragen gesteld over het bericht ‘’Chinese muur’ vertoont gat’ in het FD van 20 april 2016. Uit onderzoek van BreakThrough blijkt volgens Nijboer dat buitenlandse zusterfirma’s van Nederlandse accountantskantoren advies geven aan controleklanten van het Nederlandse kantoor. Nijboer wil van de minister weten wat hij daarvan vindt en of hij dit in strijd acht met (de geest van) de wet.

Dijsselbloem antwoordt: “Artikel 24b van de Wet toezicht accountantsorganisaties (Wta) regelt de scheiding tussen controle- en adviesdiensten. Op grond van het eerste lid van artikel 24b Wta mogen accountantsorganisaties die wettelijke controles verrichten bij een organisatie van openbaar belang (oob), zoals een beursgenoteerde onderneming, naast controlediensten geen andere werkzaamheden verrichten voor die organisatie en aan die organisatie gelieerde entiteiten waar ook ter wereld. Aan die organisatie gelieerde entiteiten zijn kortweg moeder- of dochtermaatschappijen van de betreffende oob (zie artikel 24b, derde lid, Wta). Aan de organisatie gelieerde entiteiten kunnen zowel in Nederland als in het buitenland gevestigd zijn. In artikel 24b, tweede lid, Wta is bepaald dat een accountantsorganisatie die onderdeel uitmaakt van een netwerk, geen wettelijke controles bij een oob mag verrichten indien:
a. een ander onderdeel van het netwerk dat in Nederland is gevestigd andere werkzaamheden als bedoeld in het eerste lid verricht voor die organisatie van openbaar belang of een aan die organisatie gelieerde entiteit; of
b. een ander onderdeel van het netwerk dat niet in Nederland is gevestigd andere werkzaamheden als bedoeld in het eerste lid verricht voor die organisatie van openbaar belang of een aan die organisatie gelieerde entiteit die in Nederland is gevestigd.

Hieruit volgt dat buitenlandse accountantsorganisaties van het netwerk waartoe de Nederlandse accountantsorganisatie behoort ook geen adviesdiensten mogen verlenen aan de controlecliënt of aan de Nederlandse netwerkonderdelen van de controlecliënt. Uit het artikel in het FD blijkt ook niet dat daarvan sprake is. Tegelijkertijd volgt uit het voorgaande dat buitenlandse netwerkonderdelen van de accountantsorganisatie wel adviesdiensten mogen verlenen aan buitenlandse moeder- of dochtermaatschappijen van de controlecliënten. Deze situatie wordt niet gedekt door de Nederlandse wetgeving. Indien dit gebeurt, is geen sprake van omzeiling van de Nederlandse wetgeving.

Het bovenstaande laat onverlet dat Nederlandse accountantsorganisaties die controles uitvoeren bij oob’s (zoals beursgenoteerde ondernemingen) wel altijd moeten waarborgen dat zij, ondanks de adviesverlening door haar buitenlandse netwerkonderdelen aan buitenlandse entiteiten die gelieerd zijn aan de controlecliënt, voldoen aan de onafhankelijkheidsregels van de International Ethics Standards Board for Accountants (IESBA). Dit volgt eveneens uit artikel 19 Wta. Dit betekent dat de controlerende accountantsorganisatie altijd dient na te gaan of haar onafhankelijkheid in gevaar komt.”

 Antwoorden op Kamervragen over bericht ‘’Chinese muur’ vertoont gat’

Gerelateerde artikelen