De psychologie van oordeels- en besluitvorming
Kent u de zwakke plekken in uw besluitvormingsprocessen? Of in die van uw collega?
Van accountants wordt om de haverklap een verstandige beslissing verwacht, en/of een onbevooroordeelde opinie over het een of ander. Vergissen is menselijk, dus daarbij worden nogal eens fouten gemaakt.
Meer inzicht in en een beter begrip van het eigen besluitvormingsproces kan veel van die vergissingen en foute oordelen voorkomen, stelt een bijdrage in de nieuwe editie van het Journal of Accountancy.
Er zijn maar weinig accountants die ook psychologie gestudeerd hebben, of een formele opleiding in besliskunde gevolgd. Toch kunnen enkele kernconcepten uit deze takken van sport ook de accountant helpen beter onderbouwde beslissingen te nemen en zich beter gefundeerde oordelen te vormen, stelt John Lauck lauckjr@latech.edu, assistant professor of accounting aan de Louisiana Tech University in zijn bijdrage The psychology behind good judgment.
Wetenschappelijk onderzoek, zowel psychologisch als voor accountancy, heeft een aantal valkuilen en struikelblokken gedefinieerd die de resultaten van het menselijke besluitvormingsproces negatief kunnen beïnvloeden, van de kwaliteit van het controlewerk tot het oordeel over de aanvaardbaarheid van fiscale planning.
Beseffen waar en wanneer die valkuilen dreigen kan de accountant helpen voorspelbare blunders en vergissingen te voorkomen – en zorgt dat je ze eerder opmerkt in de besluitvorming bij anderen.
Een paar voorbeelden:
Tunnelvisie: redeneren met een vastomlijnd resultaat voor ogen, waardoor selectief wordt gezocht naar ondersteunende evidence en niet van pas komende informatie genegeerd. Uit onderzoek blijkt dat accountants tijdens hun controlewerkzaamheden vaak bewust of onbewust selectief informatie verzamelen wanneer ze tevoren weten wat de partner die het onderzoek leidt van de zaak vindt, zo blijkt uit een onderzoek van Wills in The Accounting Review.
Halo-effect: als we iemand aardig vinden of bewonderen, vinden we ook alles aan die persoon aardig en fantastisch. Nobeprijswinnaar Kahneman beschreef dit effect (en het omgekeerde is misschien nog wel sterker: als we iemand niet aardig vinden) in zijn boek Thinking, Fast and Slow. De eerste indrukken van een persoon of situatie wegen altijd zwaarder dan later binnenkomende informatie (zie ook veel politieonderzoek) en van tegenstrijdige informatie( met dat eerste oordeel) houden we helemaal niet.
Egodepletie: de theorie van egodepletie stelt dat de mens slechts over een beperkte voorraad wilskracht beschikt ( bijvoorbeeld bij ophouden met roken of afvallen). Raakt die wilskracht op, dan kan het gevolg zijn dat men juist het ongewenste gedrag gaat vertonen (bijv. binge-eten).
Iedere beslissing die mensen nemen kost enige wilskracht – onderzoekers Maryam Kouchaki en Isaac Smith toonden in Psychological Science in 2013 aan dat mensen in de namiddag veel meer geneigd zijn tot oneerlijkheid en bedrog dan ’s ochtends…
Meer over daarnaast nog bijvoorbeeld ‘statistiek, patronen en toeval’ of onze voorkeur voor de gemene deler en afkeer van ‘outliers’, en wat dergelijke kenmerken doen met onze besluitvorming, leest u in
het journalofaccountancy.