De juridische aspecten van de Miljoenennota

De plannen van het kabinet zijn bekend. Hieronder een beknopt overzicht van de belangrijkste juridische aspecten die voor uw praktijk mogelijk van belang zijn.

Aansprakelijkheid voor btw

Wanneer een onderneming in financieel zwaar weer verkeert en/of niet voldoet aan zijn betalingsverplichtingen kunnen schuldeisers met een zekerheidsrecht (pand & hypotheek) of executoriale titel een goed verkopen en tot uitwinning overgaan. De opbrengst kunnen zij in mindering brengen op de openstaande vordering. Pand- en hypotheekhouder mogen dit zelfs tijdens faillissement. De onderneming is bij verkoop verplicht btw af te dragen, tenzij de verleggingsregeling van toepassing is. Wanneer er verhaal wordt gezocht op goederen van de onderneming en deze aldoende worden verkocht, blijft de onderneming btw-plichtig. De onderneming zal echter vaak geen verhaal meer bieden voor de belastingdienst. Het kabinet wil een regeling invoeren waardoor pand-, hypotheekhouders en executanten die zich hebben verhaald op de opbrengst van een goed aansprakelijk kunnen worden gehouden voor het bedrag dat aan btw is verschuldigd door de onderneming die geen verhaal meer biedt.

Derdenbeslag

Vanaf 1 januari 2019 wordt het derdenbeslag vereenvoudigd. Het doel is dat het ook mogelijk moeten worden (onder voorwaarden) zonder tussenkomst van een deurwaarder derdenbeslag te leggen voor andere geldvorderingen dan de vordering op een werkgever of uitkeringsinstantie.

Geen schorsende werking fiscaal verzet

Een belastingschuldige kan verzet indienen tegen de tenuitvoerlegging van een dwangbevel. Totdat de rechter heeft beslist over het verzet wordt de tenuitvoerlegging van het dwangbevel automatisch geschorst. Het gevolg is een grote vertraging bij de inning van de belastingschuld. Met ingang van 2018 wil het kabinet de schorsende werking laten vervallen. Nu fiscaal verzet nauwelijks wordt gehonoreerd door de rechter(2%), is er volgens het kabinet geen sprake van een verslechtering van de rechtsbescherming. Bovendien komt het fiscaal recht zo meer in lijn met het bestuursrecht en civiele recht. 

Meldingsplicht bodemzaak

Bodemzaken zijn zaken die zich bevinden in een gebouw of op grond van een belastingplichtige. Sinds 2013 zijn pandhouders en andere derden die hun rechten willen doen gelden op bodemzaken verplicht melding te doen bij de belastingsdienst wanneer zij iets ondernemen waardoor de bodemzaak niet meer als bodemzaak kan worden aangemerkt. Deze mededelingsplicht wordt uitgebreid tot de belastingschuldige. Het doel is voorkomen van misbruik.

Verdeling huwelijksvermogen

In de wet zal worden bepaald wanneer een vermogenverschuiving, ontstaan door het aangaan of wijzigen van huwelijkse voorwaarden, moet worden gezien als een schenking in het kader van belasting. De regeling zal ook gelden voor geregistreerd partnerschap en een samenlevingscontract met wederzijdse zorgplicht. Voor de erfbelasting worden soortgelijke bepalingen opgenomen. De hoofdregel zal inhouden dat het aangaan of het wijzigen van huwelijkse voorwaarden slechts tot heffing van schenkbelasting kan leiden voor zover het aandeel van de minstvermogende in het totale vermogen hoger wordt dan 50% of het aandeel van de meestvermogende in het totale vermogen toeneemt. Er is geen sprake van een belaste schenking wanneer er wordt gekozen voor een algehele gemeenschap met gelijke aandelen. Er worden bepalingen opgesteld om ontlopen van de belasting te voorkomen.

Beperking gemeenschap van goederen

Vanaf 2018 verandert de wettelijke regeling omtrent de huwelijksgemeenschap. De standaardregeling zal voortaan inhouden dat alleen hetgeen dat wordt opgebouwd tijdens het huwelijk in de gemeenschap zal vallen. Voorhuwelijkse bezittingen en schulden worden niet meer automatisch gemeenschappelijk. Ontvangen schenkingen en erfenissen vallen ook niet meer in de gemeenschap. Wanneer men een volledig gemeenschap wenst zal men huwelijkse voorwaarden moeten laten opstellen. 

Sparen door VvE

Vanaf 2018 dient een VvE te sparen voor onderhoud aan de hand van een meerjarenonderhoudsplan of elk jaar 0.5% van het herbouwwaarde van het complex opzij te leggen in een reservefonds. Het biedt een mogelijk voor eigenaren om een mede-eigenaar die niet wil sparen juridisch aan te spreken. Een boete of sanctie is niet wettelijk vastgelegd. 

(Auteur: Geurt te Biesebeek

[Deze vaktechnische bijdrage is geleverd door Aben & Slag Advocaten, één van de leden van het Vaktechnisch DienstenCentrum van 't AccountantHuis.]

 

Gerelateerde artikelen