Commentaar NOB op besluit over aftrek monumentenpanden

De Commissie Wetsvoorstellen van de Nederlandse Orde van Belastingadviseurs (NOB) heeft haar reactie op het besluit van 7 maart 2016, nr. BLKB 2016/360M, ‘Inkomstenbelasting. Aftrek van uitgaven voor monumentenpanden’ naar staatssecretaris Wiebes van Financiën gestuurd.

Naar de mening van de NOB is sprake van een geleidelijke inperking van de aftrekbare onderhoudskosten voor monumentenpanden via de definitie van het begrip rijksmonument. De NOB doet de suggestie het Besluit op dit punt te heroverwegen.

Verder wordt volgens de NOB in het besluit ten onrechte de suggestie gewekt dat tuinonderhoud, behangen, binnenverf- en witwerk en kleinere reparaties per definitie huurderslasten zijn die nooit aftrekbaar zijn. De Orde adviseert in de tekst duidelijk(er) tot uitdrukking te brengen dat bij bedoelde uitgaven niet per definitie sprake is van huurderslasten.

Overigens wordt in de Memorie van toelichting bij het vorige week ingediende wetsvoorstel Wet fiscale maatregelen monumentenpanden en scholing opgemerkt dat regelmatig door de Belastingdienst wordt vastgesteld dat belastingplichtigen kosten in aftrek brengen die niet in aanmerking komen. Naar de mening van de NOB zou deze opmerking in verband met het voorgaande enigszins kunnen worden genuanceerd.

Lees ook:

Gerelateerde artikelen