Cbb vernietigt berisping in Converse-zaak

Het College van beroep voor het bedrijfsleven heeft een eerder opgelegde berisping in de zogeheten Converse-zaak vernietigd.

Zaaknrs. 16/1120, 16/1121 en 16/1127

Eerder over deze zaak verschenen: 
Waarschuwing voor RA die rapport over Converse-zaak opstelde
Tuchtzaak Converse aangehouden tot vonnis hoger beroep
Opnieuw tuchtzaak rond 'vervalste schoenen' Converse
CBb geeft accountant berisping in kwestie Converse schoenen
Vervalste schoenen houden tuchtrechter opnieuw bezig
Twee accountants in Conversezaak berispt

Het College van beroep voor het bedrijfsleven heeft een eerder opgelegde berisping in de zogeheten Converse-zaak vernietigd. In deze zaak draait het om door accountants gedaan onderzoek naar meer dan 478.000 paar vervalste schoenen die in omloop zouden zijn geweest. 

Zowel de Accountantskamer als het Cbb bogen zich meerdere keren over deze slepende kwestie. Aanleiding hiervan waren proefaankopen door Converse zelf van schoenen in winkels in Nederland en België. De Amerikaanse fabrikant meende dat duizenden schoenen van haar merk vervalst waren. In totaal zouden er meer dan 478.000 vervalste schoenen in omloop zijn geweest. 

In opdracht van een distributeur stelde een van de beklaagde registeraccountants in augustus 2009 een rapport op (rapport 1). Met een collega (die inmiddels geen RA meer is) bracht hij in juli 2012 een aanvullend schrijven uit (rapport 2). De nog altijd actieve registeraccountant kreeg in december 2015 een waarschuwing. In hoger beroep werd dat een berisping. Heel kort samengevat oordeelde het College dat zijn onderzoek niet toereikend genoeg was om “daaraan de conclusie te verbinden dat de schoenen door een officiële distributeur van Converse schoenen op de Europese markt zijn gebracht. Voor het trekken van die conclusie was, zoals de Accountantskamer terecht heeft geoordeeld, nader onderzoek naar de herkomst van de schoenen noodzakelijk.'' 

Na die uitspraak in december 2015 volgde een nieuwe klacht van Converse. De schoenenfabrikant was destijds verrast over die uitspraak. De tuchtrechter oordeelde dus dat de accountant de hele route van de zendingen schoenen had moeten onderzoeken en daarover was niet geklaagd. Dat deed Converse dus alsnog met deze tweede procedure. Pas in het voorjaar van 2014 kwamen nieuwe feiten naar boven. Die 'nieuwe feiten' betreft een rapport uit januari 2013 (rapport 3) van de hand van de opsteller van het eerste rapport. De accountant heeft de belangen van Converse en van een eerlijke rechtsvinding onvoldoende voor ogen gehad, meende de fabrikant. In deze tweede uitspraak van oktober 2016 kreeg de registeraccountant opnieuw een berisping opgelegd. 

Vernietigd
De opsteller van de bestreden rapporten en ook Converse gingen in beroep. De schoenenfabrikant vroeg om een doorhaling omdat de accountant gelogen had. Kern van het verweer van de RA was dat dit rapport uit 2013 niet meer was van een verbijzondering van het eerdere rapport uit 2012. De accountant pleegde geen aanvullende werkzaamheden voor zijn schrijven uit 2013, stelde hij. 

Hoewel het College het met de tuchtrechter eens is dat ook het rapport van 2013 een deugdelijke grondslag ontbeert, ziet ze geen aanleiding opnieuw een maatregel op te leggen. Deze gedraging houdt zeer nauw samen met de in de uitspraak van december 2015 vastgestelde tuchtrechtelijk bestrafte gedraging. Daarom vernietigt het College de uitspraak van de Accountantskamer. De hoger beroepen van Converse en de collega van de RA zijn ongegrond verklaard.

Auteur: Michiel Satink / Juridisch Persbureau Zwolle

Gerelateerde artikelen