Britse overheid betaalt Big Four over 3 jaar ruim half miljard pond
Op verzoek van Margaret Hodge, voormalig voorzitter van de Public Accounts Committee van het Lagerhuis, heeft de Britse regering geopenbaard hoeveel overheden de afgelopen drie jaar besteed hebben aan diensten van de vier grote kantoren. De grootste klanten voor hun diensten waren het Department for International Development (DFID) en Defensie. Vooral DFID, het ministerie voor ontwikkelingssamenwerking, blijkt elk jaar méér af te nemen en zag zich zelfs gedwongen een greep te doen in de post ‘ontwikkelingshulp’.
Mevrouw Hodge vindt de cijfers ‘onrustbarend’ en vraagt zich af of de Britse belastingbetaler wel voldoende aarde ontvangen heeft in ruil voor die enorme bedragen. “Het ware beter geweest, als we dat geld hadden geschonken aan NGO’s die in de landen zelf goed werk doen!” aldus Dame Hodge.
DFID betaalde PwC, KPMG, Deloitte en EY £98,5 miljoen in 2015; £4,1m aan Deloitte, £37,9m aan KPMG, £302.743 aan EY en £56,1m aan PwC. Een jaar eerder was dat nog ruim 30 miljoen minder: £65,9 miljoen en in 2013 was de som van alle facturen £58,6 miljoen.
Defensie was de grootste afnemer van Big Four-diensten met een totale factuurwaarde van £252,6 miljoen over de laatste drie jaar. PwC werd in die periode 20 maal te hulp geroepen ( kosten £40 miljoen). Deloitte kwam 56 keer in actie (£63m), EY 10 keer (ruim £53m) en KPMG’s diensten werden 24 keer ingeroepen, voor in totaal bijna £97m.
Financiën spendeerde voor £2,7miljoen aan de vier kantoren, HMRC als zodanig ca. £6 miljoen.
Binnenlandse Zaken slechts £555.147 aan Big Four fees, maar betaalde ruim 20 miljoen aan andere kantoren. Buitenlandse Zaken betaalde de Big Four £3,6 niljoen en andere accountants ruim £4m in fees.
Noord Ierland ontving één rekening van £1350 van PwC, voor advies over BTW-probleempjes. Schotland en Wales hebben de afgelopen drie jaar géén accountants ingehuurd, niet van de grote vier en ook niet van andere kantoren.