Britse banken zijn 60% van hun winst kwijt aan herstelbetalingen

Volgens KPMG moeten de grote Britse banken nodig iets doen aan hun enorme kosten, willen ze ooit weer een fatsoenlijk rendement realiseren.
Ondanks betere cijfers over 2014 is geen van de vijf grootste Brise banken, Royal Bank of Scotland, Lloyds, HSBC, Barclays en Standard Chartered, in staat gebleken meer dan 8% netto rendement te realiseren, zo heeft KPMG berekend. En dat is veel te weinig –  vóór de crsis realiseerden ze gemiddeld bijna 18%.
 
Vorig jaar alleen al gaven de vijf banken £9,9 miljard uit aan Payment Protection Insurance (PPI, verzekering tegen oninbare leningen) en aan de kosten van eerder verkochte rentederivaten. Negen Britse banken hebben hun klanten in totaal voor 1,8 miljard pond schadevergoeding moeten betalen vanwege rentederivaatproducten die zo ingewikkeld waren dat de klanten ze waarschijnijk niet begrepen. HSBC, Royal Bank of Scotland, UBS,JP Morgan Chase, Citibank en de Bank of America werden gedwongen samen meer dan 2,5 miljard pond aan boetes te betalen vanwege het manipuleren van valutakoersen.
 
De banken staan bovendien fors hogere kosten te wachten wegens strengere regelgeving, hogere eisen qua dienstverlening en klantvriendelijkheid en hogere belastingen. 
 
Vooral de klant centraal stellen is hoogst noodzakelijk. Tussen 2011 en 2014 hebben de vijf grootste Britse banken in totaal bijna 40 miljard pond betaald aan boetes, herstelbetalingen en uitvoeringskosten vanwege slechte dienstverlening, kwalijke financiële producten en onvoldoende informatie aan klanten.
Die 40 miljard was goed voor 60% van de in die periode gerealiseerde bedrijfswinsten. 
Gerelateerde artikelen