Big Four steeds serieuzer concurrent voor grote advocatenkantoren

22 juni 2016

Zo kondigt EY deze week aan, dat het liefst drie internationale zwaargewichten heeft binnengehaald om de juridische dienstverlening aan multinationals te versterken.

Sinds 2014 heeft EY in allerlei landen een zogenaamde alternative business structure licence, vergunningen waarmee EY bijvoorbeeld in Engeland en Wales als advocaat kan optreden. Volgens EY global law leader Cornelius Grossmann “dwingt nieuwe wet- en regelgeving met de bijbehorende compliance-eisen ons om wereldwijd onze juridische dienstverlening te versterken en verbreden.”

Daartoe nam EY Paola Bruzzone in dienst, voordien general counsel bij Falabella, het grootste warenhuisconcern van Zuid Amerika, die tot taak krijgt om de juridische poot van EY in Chili uit te bouwen. Jorge Garnier, voorheen verbonden aan White & Case krijgt dezelfde opdracht in Argentinië; voormalig Norton Rose Fulbright partner Anthony Kramreither neemt de leiding over van het juridisch team van EY in Canada.

Eerder dit jaar kondigde Deloitte, de enige van de grote vier die in het VK géén alternative business structure vergunning heeft aangevraagd, aan dat het daar, in Canada, als Deloitte Conduit Law LLP advocatendiensten ging leveren – waartoe het een bestaand advocatenkantoor in Toronto overnam.

PwC Legal benoemde eerder deze maand Laetitia Costa als leider van het banking and finance team. Eerder was Costa een van de partners van het gerenommeerde kantoor Milbank, Tweed, Hadley & McCloy in London, en werkte bij Clifford Chance en Allen & Overy, Ashurst en Freshfields Bruckhaus Deringer. Eerdere versterkingen van PwC Legal in London dit jaar waren David Farmer ( van DLA Piper) en Thomas Colmer ( eerder partner bij Osborne Clarke).

In de juridische vakliteratuur begint men zich zorgen te maken…

Arne Lasance