Belastingdienst start pilot Gezamenlijke Persoonlijke Dienstverlening
Overheden bieden steeds meer diensten en brieven digitaal aan. Dat geldt ook voor de Belastingdienst. De online aangifte bijvoorbeeld biedt veel mensen voordelen, zoals het voorinvullen van gegevens. Ook ontvangen burgers steeds meer berichten van de Belastingdienst via de berichtenbox op MijnOverheid. Tegelijkertijd ondersteunt de Belastingdienst mensen voor wie digitaal nog een grote stap is. Het meest recente initiatief is de pilot Gezamenlijke Persoonlijke Dienstverlening in de gemeenten Groningen, Deventer, Zwolle, Enschede, Tilburg, Utrecht en Amsterdam.
Directe ondersteuning aan de balie
Als mensen de Belastingdienst bellen met vragen over digitale zaken en ze komen er aan de telefoon niet uit, dan kunnen zij hulp krijgen in hun eigen gemeente. Als die gemeente tenminste meedoet aan de pilot. Tijdens de pilot bieden de gemeentebalies directe hulp bij digitale overheidszaken. Gemeentemedewerkers helpen burgers op weg met bijvoorbeeld het raadplegen van MijnToeslagen of het aanvragen van een DigiD. Zonodig belt de gemeentemedewerker met de tweedelijnsondersteuning van de Belastingdienst. De gemeentemedewerker zorgt zo voor het juiste antwoord op de digitaliseringsvraag van de burger. Inhoudelijke vragen, over bijvoorbeeld de toeslagenregelingen, beantwoorden de organisaties zelf. Ook de SVB en Logius werken op dezelfde manier samen met de deelnemende gemeenten.
Digitaal vaardig worden
Het doel van de pilot is burgers structureel te helpen om digitaal vaardig en zelfredzaam te worden. De ondersteuning gaat verder dan hulp bieden bij het invullen van een online formulier of het antwoord geven op een vraag. Zo kan de gemeente bijvoorbeeld ook een cursus van ‘Digisterker’ in de plaatselijke bibliotheek aanraden, of het lokale netwerk van vrijwilligersorganisaties inschakelen.
Digitale agenda 2020
De pilot valt onder de Digitale Agenda 2020 van de overheid waarin meerdere overheden, gemeenten en uitvoeringsorganisaties samenwerken. De aanpak wordt voortdurend aangepast aan de praktijk. De deelnemende partijen monitoren de ondersteuning uit de pilot ‘Gezamenlijke Persoonlijke Dienstverlening’. Als blijkt dat deze manier van ondersteunen niet helpt, dan passen de samenwerkende organisaties de ondersteuning aan.