‘Bedrijven onderschatten gevolgen invoering IFRS 15’
Uit onderzoek van KPMG onder de 75 grootste beursgenoteerde ondernemingen in Nederland blijkt dat niet meer dan 11% van de bedrijven een gedetailleerde analyse heeft gemaakt van de mogelijke gevolgen van IFRS 15. Bijna 60% heeft de eerste stappen afgerond om de mogelijke gevolgen in kaart te brengen en ruim 30% is bezig met een eerste analyse van de impact van de nieuwe regelgeving. Een meerderheid van de bedrijven die een kwalitatieve inschatting hebben gemaakt van de impact van IFRS 15 verwacht dat de gevolgen immaterieel zullen zijn. Een beperkt aantal ondernemingen voorziet materiële gevolgen. Deze bedrijven zijn actief in de telecommunicatiebranche.
Capaciteit vormt grootste uitdaging
“Hoewel het wijzigen van de ingangsdatum van 1 januari 2017 naar 1 januari 2018 bedoeld was om ondernemingen extra tijd te geven om de nieuwe standaard te implementeren, blijken veel ondernemingen nog niet klaar te zijn met het analyseren van de impact”, zegt Philip Takken, partner bij KPMG. Takken: “IFRS 15 zou bij iedere onderneming de komende maanden bovenaan de agenda moeten staan. Niet alleen om een mogelijke crisis te voorkomen binnen de afdeling die zich met de externe verslaggeving bezig houdt, maar ook om ervoor te zorgen dat de onderneming kan profiteren van mogelijke kansen die zich tijdens de implementatie voordoen. De grootste uitdaging waarmee bedrijven te maken hebben is het vinden van voldoende capaciteit, zowel intern als extern, om in 2018 volgens de richtlijn te kunnen rapporteren. Als het gaat om de bezetting dan is het noodzakelijk dat managers met een commerciële inslag geïntegreerd worden in het team dat de implementatie uitvoert. Dit is vooral van belang om te kunnen begrijpen hoe contracten in de praktijk werken en op welke wijze deze volgens de nieuwe richtlijn verantwoord dienen te worden in de financiële verslaggeving.”
Samenwerking met externe accountant
Uit het onderzoek van KPMG blijkt verder dat ruim 80% van de bedrijven nog geen besluit heeft genomen over de wijze waarop zij de overgang naar IFRS 15 gestalte willen geven. Takken: “Het zal duidelijk zijn dat de kwantitatieve impact hierbij een belangrijke rol speelt in de keuze. Gezien het aantal bedrijven dat een uitspraak doet over de verwachte impact, zal een deel van de ondernemingen al een indruk hebben van de kwantitatieve gevolgen. Een besluit over de wijze waarop de transitie wordt vormgegeven, moet echter nog genomen worden. Bij ruim 40% van de bedrijven heeft de externe accountant in zijn verslag al een passage opgenomen over opbrengstverantwoording. Het ligt voor de hand dat de externe accountant bij deze bedrijven de nadruk zal leggen op het proces van invoering van IFRS 15. In het hele proces is nauwe samenwerking met de externe accountant overigens van groot belang. Hij zal in een vroeg stadium de belangrijkste bevindingen moeten beoordelen en rapporteren aan de directie en toezichthouders. Vooral voor bedrijven die hun systemen en processen moeten aanpassen is een tijdige impactanalyse en beoordeling hiervan door de externe accountant van essentieel belang. Deze bedrijven willen voorkomen dat zij gedurende de transitie mogelijke obstakels tegenkomen.”