Bedrijven met vrouwelijke eigenaar zijn kleiner en maken minder omzet

Hoe komt het toch, dat bedrijven van vrouwen (en met eigenaren uit minderheidsgroepen) een kleiner deel van de koek (weten te) krijgen?
Size does not matter, en groter is niet altijd beter –  maar het is een feit dat bedrijven die eigendom zijn van vrouwelijke ondernemers, of van ondernemers uit een of andere etnische minderheid, statistisch kleiner zijn en lagere winstmarges boeken.
In de VS zijn juist vrouwelijke ondernemers, afkomstig uit een minderheidsgroep, de snelst groeiende categorie ondernemers – maar uit onderzoek blijkt dat hun bedrijven veel minder winst maken dan bedrijven die eigendom zijn van (non-minority) mannen, zo blijkt uit analyse van bevolkingsonderzoeksgegevens door denktank Pew Resarch Center.
 
Uit die gegevens (van 2012) blijkt, dat 36,2% van de bedrijven in de VS eigendom was van een vrouwelijke ondernemer, maar dat zij slechts 11,3% van de totale omzet vertegenwoordigden.
 Ook in sectoren waar de mannelijke dominantie minder is of ontbreekt, heerst hetzelfde beeld. Zo bezitten vrouwen 64,5% van alle ondernemingen in ‘health care’ en ‘social assistance’, maar die 64,5% is goed voor niet meer dan 19,9% van de totale omzet van de sectoren, geschat op  $703,5 miljard, volgens Pew.
Eenzelfde beeld vertonen bedrijven die eigendom zijn van vertegenwoordigers van een etnische minderheid. Zij bezitten 28,6% van de ondernemingen, maar realiseren slechts 10,4% van de totale gerealiseerde omzet.  
 
 
De bedrijven in kwestie zijn over het algemeen ook kleiner dan die van (witte) mannen. Bedrijven van vrouwen hebben gemiddeld 8,2 werknemers, die van mannen 13,5. Bedrijven van minderheden tellen gemiddeld 8,4 medewerkers, die van ‘non-minority owners’ gemiddeld 12,6.
Een van de achterliggende oorzaken zou kunnen zijn dat investeerders deze ondernemingen niet bovenaan hun lijstjes hebben staan. Slechts 3% van de venture-capital backed startups wordt geleid door een vrouw, slechts 1% door een zwarte ondernemer. Volgens cijfers van het Amerikaanse ministerie van Handel vragen vrouwelijke ondernemers vooral familie en vrienden om startkapitaal, in plaats van aan institutionele beleggers. Het gevolg is dat deze ondernemingen so-wie-so minder kapitaalkrachtig zijn.  
Gerelateerde artikelen