BDO: 5 tips voor ziekenhuizen (die dreigen financieel kopje onder te gaan)
Bij een toenemend aantal ziekenhuizen is sprake van financiële problemen. Acht ziekenhuizen schreven vorig jaar rode cijfers. Een jaar eerder waren dat er twee. Dat constateert BDO in de jaarlijkse benchmark van de ziekenhuizen.
- De helft van de ziekenhuizen haalt nog geen procent winst
- Dat is slechter dan vorig jaar, toen het ook al niet bes was
- Het financiële rapportcijfer daalt van 7,1 naar een 5,5
- In de universitaire ziekenhuizen is de situatie iets beter
Bijna de helft van de ziekenhuizen behaalde een resultaat van minder dan één procent van de omzet. Dit is opnieuw een verslechtering ten opzichte van voorgaande jaren. De zorg staat op een kantelpunt: transformatie naar passende zorg vraagt om een passend financieel perspectief, schrijft BDO.
Rapportcijfer: 5,5
Het gemiddelde rapportcijfer voor de financiële prestaties van algemene ziekenhuizen daalde in 2023 naar een 5,5. In 2022 was dit nog een 7,1. Dit wordt deels veroorzaakt door de negatieve ontwikkeling van het resultaat bij de ziekenhuizen (-10% in 2023). Daarnaast worden nu ook de ouderdom van het vastgoed van ziekenhuizen (vastgoedouderdomsratio) en de mate waarin ziekenhuizen in staat zijn om schulden af te lossen meegewogen in het rapportcijfer (financieringsleverage).
Voor universitaire medische centra (UMC’s) is de financiële situatie over 2023 iets minder nijpend. Het gemiddelde rapportcijfer van UMC’s daalde van een 7,2 naar een 6,9. In tegenstelling tot de algemene ziekenhuizen is het resultaat in procenten van de omzet, de resultaatmarge, bij de universitaire medische centra in 2023 gestegen. Dit komt deels door incidentele resultaten. Door de gewijzigde beoordelingssystematiek daalt het rapportcijfer alsnog.
BDO heeft vijf aanbevelingen voor ziekenhuizen.
1. Slimmer organiseren
Een duurzame stijging van het resultaat is mogelijk door de zorg slimmer te organiseren, te innoveren en de arbeidsproductiviteit te verhogen waarbij passende zorg financieel lonend is. Het is daarbij essentieel dat de gerealiseerde resultaatverbeteringen behouden blijven voor ziekenhuizen en UMC’s. Zo kan rendementsverbetering worden gerealiseerd zonder een negatieve impact op premies en belastingen.
2. Risico’s van investeren
Banken, zorgverzekeraars, zorgkantoren en regionale zorgaanbieders hebben ieder als systeempartner verschillende verantwoordelijkheden en bevoegdheden. Door bijvoorbeeld gezamenlijk met deze partners de risico’s van investeringen te bespreken en duidelijke afspraken te maken, komt er een betere afstemming tussen de investeringsplannen en de regioplannen vanuit het IZA. Daardoor groeit het draagvlak en worden risico’s beperkt tot een acceptabel niveau. Ook komt er een vangnet, waarmee de onnodige, complexe gesprekken met banken en zorgverzekeraars en vertraging in de uitvoering worden voorkomen.
3. Digitalisering en automatisering
Investeer in digitalisering en automatisering helpt om passende zorg te bieden en het personeelstekort te verminderen. De impact van deze investeringen kan worden vergroot door ook de onderliggende zorgprocessen te herzien. Werk voor meer impact toe naar een landelijke aanpak waarmee de implementatie wordt versneld en de kwaliteit verbeterd. Veel initiatieven richten zich op zorgprocessen, maar de backoffice (finance, HR, zorgadministratie) biedt ook kansen voor optimalisatie en vermindering van overheadkosten.
4. Strategische keuzes
Ziekenhuizen en UMC’s moeten strategische keuzes maken binnen de kaders van onder andere de regioplannen. Het maken van portfoliokeuzes is cruciaal, zowel vanuit een strategisch perspectief (wat past bij het profiel van het ziekenhuis of de UMC’s) als vanuit een zorginhoudelijk perspectief (kwaliteits- en volumenormen).
5. Behoud van personeel
Leg de nadruk op behoud van personeel. De focus ligt nog te vaak op de kosten en financiële risico’s van personeel niet in loondienst (PNIL) in plaats van op het ontwikkelen van strategisch HR-beleid en modern werkgeverschap dat medewerkers stimuleert om in ziekenhuizen te blijven werken.