Auditkwaliteit: audit commissies prefereren indicatoren op maat
Gisteren meldden wij dat de FEE vraagt om standaard-kwaliteitsindicatoren voor de accountantscontrole – een nieuw rapport stelt vast dat auditcommissies althans liever maatwerk gebruiken.
Een nieuw onderzoek van het Center for Audit Quality (CAQ) concludeert dat leden van auditcommissies in meerderheid pleiten voor de mogelijkheid om een eigen op maat gemaakte set indicatoren te gebruiken bij het zoeken naar en beoordelen van de accountant.
De afgelopen jaren is veel gesproken en geschreven over nut en noodzaak van ‘objectieve’ kwaliteitsmaatstaven. De PCAOB bijvoorbeeld publiceerde nog in juli jl. een conceptstuk over het onderwerp en vroeg om feedback op een voorgestelde set indicatoren, die zouden (kunnen) helpen bij het beoordelen van de controlerend accountant, zijn processen en rapportages. En in 2014 kwam het CAQ van de AICPA met een voorstel voor zo een set indicatoren, die ook geacht werd geschikt te zijn voor auditcommissies.
Het nieuwe CAQ-rapport vat de reacties samen op die voorgestelde set kwaliteitsmaatstaven. Een eerste bevinding is, dat een flexibele benadering geprefereerd wordt voor de relatie met de externe auditor: men wil graag de portfolio aan indicatoren kunnen aanpassen aan de specifieke omstandigheden. Er is ook veel behoefte aan informatie, die de auditcommissie moet helpen bij het beoordelen van de meer kwalitatieve aspecten van de audit(or) – daarvoor is wellicht de dialoog beter geschikt als instrument dan een harde set kwantitatieve indicatoren. Er is consensus, dat indicatoren op zich zonder context weinig zeggen over de (uitvoering van) een controleopdracht.
Wel is men het erover eens, dat het bepalen van de juiste set indicatoren in een iteratief proces gebeuren moet, door de auditcommissie zelf, met voortdurende evaluatie en aanpassing om te voldoen aan de veranderende informatiebehoeften.
Het verplicht openbaar maken van de toegepaste kwaliteitsindicatoren (transparency reports) zou wel eens onbedoelde negatieve bijwerkingen kunnen hebben, dat zou dus op vrijwillige basis moeten gebeuren.
“We zijn duidelijk nog niet uitgesproken over dit onderwerp, aldus de Executive Director Cindy Fornelli van het CAQ.