AFM spreekt accountants aan op aanpak fraude
Er zijn de afgelopen jaren niet veel grote boekhoudschandalen geweest, maar het risico op fraude neemt toe. Het wordt daarom tijd dat accountantsorganisaties tijd en energie steken in een effectieve aanpak daarvan. Dat zei Hanzo van Beusekom, bestuurder bij de AFM begin deze week tijdens het congres van de Foundation for Auditing Research (FAR).
De kans op fraude neemt eerder toe dan af, aldus Van Beusekom. Volgens hem komt dat door ontwikkelingen als digitalisering, duurzaamheid en internationalisering waar de accountant niet zoveel oog voor heeft als zou moeten. “Wij voelen en verwachten dat accountants hun poortwachtersrol ten aanzien van fraude en frauderisico's beter zullen vervullen. Bij de AFM zullen we dit de komende jaren een belangrijk thema maken in ons toezicht op accountantsorganisaties.”
Veranwoordelijkheid van de accountant
“Het signaleren en opvolgen van fraude(risico’s) is een belangrijke verantwoordelijkheid van de accountant. Toch lijkt de accountancysector als geheel nog onvoldoende ontwikkeld om die poortwachtersrol voldoende op te pakken, onder meer door gebrek aan kennis en ervaring met fraude en door de mindset en interne cultuur binnen de accountantsorganisaties.”
De AFM-bestuurder vroeg zich af hoe accountantsorganisaties reageren wanneer een junior accountant een mogelijke fraude op het spoor is bij de controle van een jaarrekening. Zijn vertrouwen in de goede afloop van zo’n geval is klein, zo maakt hij duidelijk in zijn toespraak.
“Natuurlijk vertelt ze haar bevindingen aan haar mede-, misschien meer ervaren teamleden. Alleen raken ze niet zo opgewonden als zij. Ze denken dat ze overdreven reageert. Ze vertellen haar dat ze dit bedrijf al jaren controleren en dat het zeker te vertrouwen is. Hun auditrapport moet over twee weken klaar zijn en ze hebben geen tijd om extra onderzoek te doen.”
“Toch gaat ze naar haar teamleider om het probleem aan te pakken. Hij is ook niet erg enthousiast. Hij kan zich nu al voorstellen hoeveel moeite dit zou opleveren. Als teamleider zou hij de klant moeten benaderen, een vertrouwde, goedbetaalde klant, en een aantal moeilijke vragen moeten stellen. Die confrontatie wil hij niet aangaan.”
Onvoldoende kennis in huis
Specifieke knelpunten bij het opsporen van fraude door accountants zijn volgens Van Beusekom onvoldoende frauderisicoanalyses, onvoldoende kennis over de opdrachtgever, de sector en de omgeving waarin de opdrachtgever opereert en een gebrek aan ervaring met fraudezaken, soms specifiek bij groepsaudits van internationaal opererende ondernemingen.
“Over het algemeen is de standaardhouding van de accountant om het bedrijf te vertrouwen, in plaats van een gezond wantrouwen te hebben. Daardoor is de accountant mogelijk niet attent op signalen van slecht gedrag. De auditor zoekt onbewust naar bevestiging van wat hij of zij verwacht.”
Daarnaast ziet hij dat accountants geplaagd worden tijdsdruk, capaciteit, de neiging om zaken te ‘minimaliseren’, het ontbreken van een veilige ruimte om mogelijke fraude aan te pakken en druk door het naleven van regelgeving.