AFM: Belangrijk dat accountantsorganisaties gedragsverandering doormaken

Volgens de AFM is het belangrijk dat accountantsorganisaties een gedragsverandering doormaken. Dat zegt de toezichthouder in het jaarverslag 2014. In dat jaarverslag gaat de AFM uitvoerig in op de vorig jaar ondernomen toezichtsactiviteiten.

In 2014 heeft de AFM bij Big Four accountantsorganisaties tien wettelijke controles beoordeeld, waarvan 18 van de 40 als ‘onvoldoende’ zijn aangemerkt. De kwaliteit van de wettelijke controles uitgevoerd door de Big 4-accountantsorganisaties is ten opzichte van 2010 gemiddeld slechts licht toegenomen. De AFM heeft de betrokken organisaties gevraagd een dieperliggende analyse uit te voeren naar de oorzaken van de kwaliteitsgebreken en verbeteringen door te voeren.  Verder is de sector (NBA) op verzoek van de politiek met 53 voorstellen gekomen voor verbetering van de kwaliteit van de accountantscontrole.

Ook bij de overige OOB-kantoren kan volgens de AFM de kwaliteitslat hoger worden gelegd. Bij de niet-OOB kantoren zijn als gevolg van een eerder AFM-rapport strengere toetsingen uitgevoerd, die hebben geleid tot enkele vergunningintrekkingen en uitschrijvingen van accountants.

KPMG

In het jaarverslag gaat de toezichthouder ook nader in op een aantal acties die in 2014 zijn ondernomen bij accountantsorganisaties, zoals boetes die zijn uitgedeeld, incidentenonderzoeken en tuchtprocedures.  Zo heeft de AFM in 2014 intensief en indringend toezicht gehouden op KPMG.  AFM: ‘KPMG had te maken met meerdere incidenten die deels zijn veroorzaak door een tekort aan professioneelkritisch vermogen bij individuele accountants, maar ook door onvoldoende waarborgen in de organisatie. Het toezicht van de AFM heeft geleid tot herstelmaatregelen en verbeterplannen bij KPMG.

Boetes/handhaving

De AFM heeft op 12 december 2014 een bestuurlijke boete opgelegd aan een niet-OOB-accountantsorganisatie.

Incidenten

De AFM had in 2014 vijftien incidentenonderzoeken onderhanden, waarvan negen bij Big Four accountantsorganisaties, twee bij een overige OOB-kantoor en vier bij niet-OOB-kantoren. Aanleiding voor deze incidentenonderzoeken zijn onder andere berichtgeving in de media, al dan niet anonieme klachten en door accountantsorganisaties ingediende incidentmeldingen. Vijf incidentenonderzoeken zijn afgerond. In geen van de afgeronde onderzoeken heeft dit geleid tot het opleggen van een formele handhavingsmaatregel aan de accountantsorganisatie. Wel heeft één onderzoek geleid tot het indienen van een tuchtklacht. Bij de uitvoering van deze incidentenonderzoeken zijn meerdere toezichtgebieden binnen de AFM betrokken, zoals het toezicht op de financiële verslaggeving, toezicht op de kapitaalmarkten en het integriteitstoezicht.

Tuchtprocedures

Op 30 oktober 2014 stelde de Accountantskamer dat de klacht tegen de accountant van KPMG
(zaak-Weyl) moet worden behandeld als ware deze afkomstig van de AFM. De oorspronkelijke klager (Pieter Lakeman namens beleggers/red.) had de klacht ingetrokken. De AFM heeft op 5 december 2014 een tuchtklacht ingediend in de zaak-Greenchoice tegen de accountant van Borrie. Op 11 juni 2014 diende het hoger beroep in de zaak DSB tegen de accountant van EY. Op 18 juni 2014 diende het hoger beroep in de zaak-Philips Pensioenfonds tegen de accountant van KPMG. In deze laatste zaak heeft het CBB op 8 december uitspraak gedaan. De klacht van de AFM is niet ontvankelijk verklaard op grond van een aangescherpte interpretatie van verjaring.

De AFM laat ook nog weten dat de lasten voor het toezicht in 2014 lager waren dan begroot. AFM: ‘Dit is het gevolg van een lagere beschikbare capaciteit dan begroot. Oorzaak hiervan is de moeilijkheid om kwalitatief goede accountants aan te trekken.’

• Jaarverslag 2014 AFM
• Samenvatting
• Persbericht

Gerelateerde artikelen