Accountants bedanken voor controle topinkomens publieke sector

Hoewel de controle van de topinkomens in de publieke sector accountants veel extra werk en geld oplevert, willen ze er toch vanaf.

Dat meldt het FD.

Reden voor deze wens is de complexiteit van de wet die de controle buitengewoon lastig maakt en bovendien veel te duur voor de opdrachtgevers, zoals ziekenhuizen, scholengemeenschappen en woningcorporaties. 

Die boodschap geeft de beroepsorganisatie voor accountants NBA deze week af aan het ministerie van Binnenlandse Zaken, dat verantwoordelijk is voor de Wet Normering Topinkomens (WNT).

Sinds 2015 verdienen topfunctionarissen bij de overheid niet meer dan een ministerssalaris. Topfunctionarissen zijn bijvoorbeeld bestuursleden en directeuren die leiding geven aan de hele organisatie. Deze wet geldt ook voor de salarissen van topfunctionarissen bij semipublieke organisaties, zoals ziekenhuizen, scholen en publieke omroepen. En bij instellingen die een groot deel van hun inkomsten uit subsidies ontvangen. In 2018 is het maximumsalaris 189.000 euro. In 2019 is dit 194.000 euro. Dit is inclusief:
– vakantie-uitkering;
– eindejaarsuitkering;
– pensioenbijdrage;
– belaste onkosten, zoals een belaste reiskostenvergoeding.

De NBA stelt dat de controle vaktechnisch nog net lukt, maar economisch onverantwoord is. Met dat laatste duidt de NBA op de extra kosten die de controle met zich meebrengt voor organisaties in onder andere de zorg, het onderwijs en de corporatiesector. “De baten wegen niet tegen de kosten op”, aldus Rob Leensen, voorzitter van de NBA-commissie zorg.

Gerelateerde artikelen