Accountant tijdelijk doorgehaald na vierde negatieve kantoortoets

‘Inhoudelijk schortte er eveneens het nodige aan dossiers. Zo was een vordering van een ton aan een verkeerde partij toegeschreven.’

Zaaknr. 19/735

Over deze zaak schreven we: NBA wil na vierde negatieve kantoortoets een maatregel

Na een vierde negatief eindoordeel over de toetsing van het kantoor is een accountant voor de duur van 18 maanden doorgehaald. De beklaagde zag er volgens de tuchtrechter sinds 2010 geen noodzaak in om te voldoen aan de eisen van kwaliteit.

In 2010 bleek zijn accountantskantoor na een toets door NBA niet aan de eisen te voldoen. Bij een hertoetsing in 2013 was het resultaat nog steeds negatief. Een derde toets haalde evenmin een voldoende, waarna de NBA een tuchtklacht indiende.

De toetsers zochten in diverse dossiers naar informatie die niet te achterhalen bleek, stelde de Nba op de zitting in augustus vorig jaar. Zo ontbrak in een van de dossiers een overzicht van significante posten en beschikte de accountant niet over voldoende geschikte informatie over de voorraad. Het interne stelsel van kwaliteitsbeheersing van de accountantspraktijk voldeed niet in opzet en werking zoals gesteld in de wet, aldus de NBA.

De toetsers troffen geen vaststelling aan van een opdrachtgerichte kwaliteitsbeoordeling. Ook is er niets vastgelegd over een jaarlijkse evaluatie met een 'compliance officer' van de accountantspraktijk. Dat maakt het voor de NBA onmogelijk om vast te stellen of dit aspect van kwaliteitsbewaking is toegepast.

Ook blijkt een opdrachtbevestiging voor een samenstelopdracht te zijn opgemaakt nadat die verklaring al was afgegeven en de jaarrekening was vastgesteld. De handtekening van de opdrachtgever werd pas acht maanden na afgifte van de samenstelverklaring afgegeven. Inhoudelijk schortte er eveneens het nodige aan dossiers. Zo was een vordering van een ton aan een verkeerde partij toegeschreven. Een lening van 525.000 euro werd niet toegelicht met voorwaarden voor een aflossing of zekerheden. En een managementvergoeding van 120.000 euro was ten onrechte opgenomen onder 'algemene kosten'.

Inmiddels hangt de vlag er bij het kantoor van de gedaagde heel anders bij, zei de beklaagde op de zitting. Hij heeft driekwart van de klanten van de hand gedaan en heeft een registeraccountant bij de arm genomen. Inmiddels is de accountant ook uit die franchise gestapt die hem onvoldoende ondersteunde, met mogelijke gerechtelijke stappen tot gevolg. Gemiste informatie bleek wel degelijk voorhanden, want het zat in een ander systeem. Bovendien waren vastleggingen deels in e-mails opgenomen. Dat hij de opdrachtgerichte kwaliteitsbeoordeling niet op orde had, was iets wat de franchise-organisatie verweten moest worden. De tuchtrechter vindt echter dat dit zijn verantwoordelijkheid was. Dat opdrachtbevestigingen te laat werden ondertekend, betwiste hij niet.

Oordeel
Volgens de tuchtrechter moet de accountant worden aangerekend dat het kwaliteitsstelsel van zijn kantoor tot twee keer toe een negatief eindoordeel kreeg. “Daarbij had hij het stelsel in vergaande mate niet op orde en wel zodanig dat de situatie waarin de praktijk zich bevindt, zeer zorgelijk is'', stelt de Accountantskamer. Hij liet na het verbeterplan toe te passen. Hij heeft onvoldoende het belang en de noodzaak ingezien op te voldoen aan de kwaliteitseisen. “Zijn pleidooi dat zijn focus thans wel primair op de verbetering van die praktijk is gericht, kan hem gelet op de uitkomst van de toetsing niet meer baten.''

Gerelateerde artikelen