30 procent beursbedrijven committeert zich aan OESO-richtlijnen

Uit onderzoek onder 60 beursgenoteerde bedrijven door de Vereniging van Beleggers voor Duurzame Ontwikkeling (VBDO) in opdracht van ministerie van Buitenlandse Zaken blijkt dat 30 procent op dit moment werkt volgens de OESO-richtlijnen. Het streven van de Nederlandse overheid is dat 90 procent van de Nederlandse multinationals zich committeert aan de OESO-richtlijnen.

De richtlijnen maken duidelijk wat de verwachtingen van de Nederlandse overheid zijn bij het internationaal zakendoen op het gebied van maatschappelijk verantwoord ondernemen. Bovendien zorgen de richtlijnen voor bevordering van transparantie voor stakeholders, zoals aandeelhouders, klanten en leveranciers. Duidelijk is dat er meer actie nodig is om ondernemingen bekend te maken met de OESO-richtlijnen, zo stelt VBDO.

Met het onderzoek wil het ministerie van Buitenlandse Zaken meer Nederlandse multinationale ondernemingen aanzetten om zich publiekelijk te committeren aan de richtlijnen (bijvoorbeeld door in hun jaarverslag op te nemen dat zij de richtlijnen volgen). Daarom geeft het onderzoek inzicht in de drijfveren van en de belemmeringen voor bedrijven om dit te doen. De belangrijkste belemmering voor bedrijven is dat zij de toegevoegde waarde van het publiek committeren aan de richtlijnen onduidelijk vinden. Ook gezien de andere richtlijnen die zij op dit moment al volgen, zoals bijvoorbeeld: de UN Global Compact, ILO Core Labour Standards en UN Principles for Responsible Investment (PRI). 

De bezoeken van de VBDO aan de bedrijven hebben aantoonbaar geresulteerd in meer bekendheid en begrip van de toegevoegde waarde van de OESO-richtlijnen. De VBDO stelt vast dat 12 van de 60 onderzochte bedrijven nog niet van de OESO-richtlijnen op de hoogte waren voor het gesprek. Na het bezoek gaven 9 bedrijven aan dat zij de richtlijnen in de toekomst daadwerkelijk zullen volgen en nog eens 15 bedrijven dat zij zich er in de toekomst mogelijk aan willen committeren. 

De VBDO beveelt aan om bedrijven meer bewust te maken van het bestaan van de OESO-Richtlijnen en de toegevoegde waarde van de richtlijnen beter over het voetlicht te brengen. Het Nationaal Contactpunt voor de OESO-richtlijnen (NCP) kan hier een belangrijke rol in spelen. Bovendien is het aan te bevelen de implementatie van de richtlijnen zo praktisch mogelijk te maken voor bedrijven. Dit laatste kan bijvoorbeeld door goede voorbeelden van andere bedrijven te delen en door praktische implementatie handvatten te bieden die aansluiten op de kernactiviteiten van de betreffende bedrijven.

Gerelateerde artikelen