Zo moet de rittenregistratie van de zakenauto eruitzien
De Belastingdienst heeft modellen opgesteld waaraan een rittenstaat moet voldoen om aan te tonen dat de grens van 500 kilometer aan privéritten niet wordt overschreden met een auto van de zaak.
Dit moet vermeld worden:
- merk van de auto
- type auto
- kenteken van de auto
- periode waarin de auto jou ter beschikking staat
- ritgegevens, je vermeldt per rit:
– datum
– begin- en eindstand van de kilometerteller
– vertrek- en aankomstadres. Had je een afspraak en reed je daar vanaf je werkadres heen en daarna weer terug? Dan heb je twee ritten gemaakt.
– route die je hebt gereden, als je niet de meest gebruikelijke route hebt genomen
– of het een privérit is of een zakelijke rit
– privé-omrijkilometers als je tijdens een rit zowel zakelijke als privékilometers rijdt.
Als de rittenregistratie hier niet aan voldoet:
Dan moet de bijtelling privégebruik auto worden verrekend met de autokosten van de onderneming. Is een andere manier mogelijk om aan te tonen dat er op jaarbasis minder dan 500 kilometer privé is gereden, dan hoeft er voor de inkomstenbelasting niets te worden verrekend.
Vereenvoudigde rittenregistratie voor bestelauto’s
Ondernemers die met hun bestelauto veel zakelijke ritten op een dag rijden kunnen als bewijs een vereenvoudigde rittenregistratie toevoegen. Voeg ook de zakelijke adressen in de administratie.
Privégebruik tijdens werk- en lunchtijd is niet toegestaan. De Belastingdienst gaat uit van een nauwkeurige registratie waar het privégebruik van de bestelauto achterwege is gelaten.