Zeventigste zitting in ‘juridisch slagveld’
Het slagveld ontstond in de aanloop naar het 'onnodige' faillissement van een bedrijf in drinkwaterinstallaties. De klager had dit bedrijf gekocht met het idee er een goede koop aan te hebben, maar niets was minder waar. Eind 2014 werd de beklaagde accountant door de rechtbank in Amsterdam opgedragen documenten over te dragen. Documenten die de klager toen goed had kunnen gebruiken om een faillissement van het bedrijf te voorkomen. Zeker duizend documenten zijn tot op de dag van vandaag niet overlegd door de accountant, ondanks een bevel daartoe van de rechtbank. “Obstructie van de rechtsgang. Een ontluisterende gang van zaken”, aldus de klager. De rechtbank zou de accountant ook veroordeeld hebben tot betaling van de kosten. Ook daar hield de accountant zich niet aan, aldus de klager.
Blokkade
De accountant stelt dat er een blokkade ligt op het vrijgeven van die stukken. Niet waar, aldus de klager, het zou slechts om enkele tientallen documenten van de duizend gaan. “De accountant verspreidt onjuiste informatie.” In een zaak bij het College van Beroep voor het bedrijfsleven zou de accountant een rapport hebben ingebracht van een andere accountant. En dat had hij niet gemogen. De opsteller van het rapport werd eerder al in een tuchtzaak gedaagd. De klager meent dat de beklaagde weigert verantwoordelijkheid te nemen als voormalig huisaccountant die beroepsfouten heeft gemaakt.
‘Kwaaie genius’
“Als ik dit zo aanhoor, ben ik een kwaaie genius en bedenker van een frauduleus complot”, reageerde de beklaagde. “Een beeld dat ik bijna niet kan goedpraten.” Volgens de accountant draait de hele kwestie rond de toetreding van klager tot het bedrijf in drinkwaterinstallaties. “En daar had ik helemaal niets mee te maken.'' Hij beschreef de zitting als de zoveelste klacht. “Een compleet slagveld'', zei hij. Die duizend documenten mocht de klager hebben. Maar even later in de zitting zei hij dat het helemaal niet aan hem is om die documenten te geven. “Er ligt beslag op. Alle partijen weten dat.'' De beklaagde wist niet dat hij geen toestemming had het rapport bij het CBb in te brengen. Hij zei in zijn laatste woord dat de klager het tuchtrecht misbruikt om de procesgang in civiele zaken voor hem en zijn kantoor “lam te leggen”.
Vonnis over circa 15 weken.
(Zaaknr. 16/1239)
Lees ook:
[Door: Michiel Satink / Juridisch Persbureau Zwolle]