Zelfde doelstellingen, ander klimaatbeleid. En de rapportages?
In het recent gepresenteerde hoofdlijnenakkoord wordt het Nederlandse klimaatbeleid niet van tafel geveegd, ondanks de verkiezingsoverwinning van de PVV. Het akkoord benadrukt het vasthouden aan bestaande afspraken met ruimte voor alternatief beleid als doelen niet worden gehaald. Daarover schrijft het blad voor de overheid Binnenlands Bestuur.
- Ondersteuning voor ondernemers in emissieloze zones.
- Voortzetting van onderzoek naar nieuwe kerncentrales.
- Prioriteit voor windturbines op zee in energietransitie.
De PVV haalt binnen wat betreft het niet verplichten van hybride warmtepompen vanaf 2026 en het stopzetten van het gasvrij maken van woningen. Dit is echter niet opgenomen in het hoofdlijnenakkoord, dat zich vooral richt op het handhaven van bestaande afspraken en flexibiliteit bij het behalen van doelen.
Opstart van eerste CSRD rapportages start over 7 maanden
Focus op energierekeningen en klimaatfondsgebruik
Het akkoord wijst op problemen met hogere energierekeningen voor huurders in Amsterdam en Rotterdam, veroorzaakt door warmteleveranciers. Ook geeft het inzicht in het gebruik van het Klimaatfonds voor financiering van technologische innovaties zoals CO2-opslag en groene waterstof.
Toekomst van zero-emissiezones en kerncentrales
Het akkoord stelt een mogelijke uitstel van zero-emissiezones voor om ondernemers te ondersteunen. Daarnaast bevestigt het de voortgang van plannen voor nieuwe kerncentrales en geeft het prioriteit aan windturbineprojecten op zee. [Artikel gaat verder na de volgende alinea]
CSDDD en CSRD
Vooralsnog lijkt het komend kabinet zich te commiteren aan de internationaal afgesproken doelstellingen ten aanzien van de aanpak van klimaatverandering. Belangrijk onderdeel daarvan in de invoering van de Europese richtlijnen CSRD en CSDDD. Lidstaten hebben enige ruimte om de invoering en handhaving zelf in te vullen. De kans is groot dat komend kabinet gebruik zal maken van deze ruimte. Accountants wijzen er op dat de eerste rapportages over het lopende jaar voor sommige bedrijven over 7 maanden opgemaakt dienen te worden.