Zaalverhuur volledig met btw belast (‘verhuur-plus’)
X exploiteert een aantal (gehuurde) ruimten in een gemeenschapshuis, te weten een sporthal, een beugelbaanhal, een horecabedrijf, een concert-/theaterzaal en drie vergaderruimten. De beugelbaanhal en concert-/theaterzaal enerzijds en de drie vergaderruimten anderzijds zijn van elkaar gescheiden door middel van schuifwanden en kunnen desgewenst gecombineerd worden. X stelt de zalen tegen vergoeding ter beschikking aan haar gebruikers. In dit kader verricht X de volgende handelingen waarvoor zij geen afzonderlijke vergoeding aan de gebruikers berekent:
− zij heet bezoekers welkom en geleidt hen naar de zalen;
− zij verzorgt de schoonmaak van de zalen;
− zij deelt de zalen in naar de wensen van haar gebruikers;
− zij verzorgt de verwarming of koeling en de verlichting van de zalen; zij verzorgt het toezicht op en het beheer van de zalen; en
− zij geeft gelegenheid om gebruik te maken van internet doordat in het hele gebouw wifi aanwezig is.
De zalen worden zowel langdurig als voor incidenteel gebruik ter beschikking gesteld. X heeft hiervoor twee standaardovereenkomsten, een voor langdurig en een voor kortstondig gebruik. Daarnaast worden ook mondelinge overeenkomsten gesloten. Gebruikers zijn veelal plaatselijke verenigingen en andere organisaties, instellingen of ondernemingen.
Bij Rechtbank Zeeland-West-brabant is in geschil of de terbeschikkingstelling van de zalen is vrijgesteld van btw (artikel 11, lid 1, aanhef en onderdeel b, Wet OB 1968) (standpunt Inspecteur) of als een btw-belaste andersoortige prestatie ('verhuur-plus') (standpunt X).
De Rechtbank gaat na of de verrichte handelingen één, niet te splitsen economische dienst vormen, waarvan het kunstmatig zou zijn die uit elkaar te halen en komt tot de conclusie dat dat het geval is. Naar het oordeel van de Rechtbank kwalificeert deze dienst als ‘verhuur-plus’.
Het gelijk is daarom aan de zijde van X. Nu de terbeschikkingstelling van de zalen volledig btw-belast is, is voor een aftrekbeperking geen plaats. X heeft recht op een teruggaaf van voorbelasting ten bedrage van € 24.920.
(Bron: Fiscanet)