Wwft-meldingsplicht bij inkeersituaties: Let op uw saeck en voorkom strafvervolging
De mogelijkheden daarvoor voor het OM/FIOD zijn de laatste jaren steeds verder uitgebreid. Ook bij een inkeersituatie loopt u als adviseur steeds meer risico wanneer geen Wwft-melding wordt gedaan.
Enkele citaten uit het dagelijks nieuws…
“Adviseur mocht naar het oordeel van de Rechtbank vertrouwen op de aangeleverde administratie en spreekt adviseur vrij van belastingfraude”
“Administratiekantoor X heeft voor zijn klant blijkbaar jarenlang onjuiste aangiften omzetbelasting (en inkomstenbelasting) ingediend en wordt hiervoor thans strafrechtelijk vervolgd”
“De FIOD heeft doorzoekingen gedaan in een woning en een bedrijfspand. Een 45-jarige man, eigenaar van een administratiekantoor, wordt verdacht van omzetbelastingfraude en van het opmaken van valse facturen”
Dit zijn zomaar enkele citaten uit het dagelijkse nieuws. De werkzaamheden van boekhouders, accountants en belastingadviseurs kunnen in bepaalde gevallen op de “welgemeende” aandacht van het Openbaar Ministerie / FIOD en de belastingdienst rekenen.
Wijziging wetgeving inkeerregeling leidt eerder tot Wwft-meldplicht!
De wetgeving staat ook niet stil gelet op het onderstaande (Bron BFT):
“Per 1 januari 2018 is de zogenaamde inkeerregeling gewijzigd, in die zin dat het volgens artikel 67n en artikel 69 Algemene wet inzake rijksbelastingen niet meer mogelijk is om te kunnen inkeren op inkomen uit sparen en beleggen dat in het buitenland is opgekomen.
Dit betekent dat voor inkomen uit sparen en beleggen dat in het buitenland is opgekomen voor aangiften die ná 1 januari 2018 zijn gedaan of moeten worden gedaan, een beroep op de inkeerregeling geen werking meer heeft. Voor dergelijk niet aangegeven inkomen zal de betreffende (rechts)persoon in het vervolg een vergrijpboete of strafvervolging riskeren. Het voorgaande heeft ook gevolgen voor de Wwft meldplicht van betrokken adviseurs.
Bij buitenlands vermogen waarbij opzettelijk een onjuiste of onvolledige aangifte is gedaan, is ná 1 januari 2018 namelijk te allen tijde sprake van belastingfraude, hetgeen voor de adviseur aanleiding geeft te veronderstellen dat de transacties / handelingen verband kunnen houden met witwassen (zie ook het arrest van de Hoge Raad hierover van 7 oktober 2008). Het is vaste jurisprudentie (zie bijvoorbeeld de uitspraken van de accountantskamer van 8 februari 2013 en 23 januari 2015) dat bij een vermoeden van belastingfraude de instelling (de adviseur of het kantoor waar de adviseur werkzaam is) een meldingsplicht heeft op grond van de Wwft.
Voor overige inkomsten blijft nog steeds van toepassing dat bij inkeer alléén hoeft te worden gemeld indien sprake is van een aanmerkelijke kans dat de bron van de gelden niet legaal is.
Adviseur, blijf kritisch naar uw cliënt!
Van een professional wordt verwacht dat hij zich kritisch opstelt ten aanzien van het handelen van zijn of haar cliënt. Onder bepaalde omstandigheden dient er actief melding te worden gemaakt van bepaalde transacties die de cliënt verricht. Dient de adviseur zich bijvoorbeeld terug te trekken als de cliënt niet meewerkt of geen afdoende antwoord geeft op bepaalde vragen? Als adviseur loopt u eerder risico dan u wellicht denkt.
Verhoogd risico, indien geen Wwft-melding wordt gedaan
Maar wat kunnen de gevolgen voor de adviseur zijn als (achteraf) de Wwft-melding niet wordt gedaan? En wat als de cliëntrelatie blijft bestaan, terwijl vraagtekens kunnen worden gesteld bij de integriteit van de cliënt? Dan ligt strafrechtelijke vervolging op de loer.
Mr. Marc Schoenmakers van Römkens Fiscale Advocatuur te Den Bosch is fiscaal specialist bij Fiscaalconsult. Zijn specialisme(n): Fiscaal boete- en strafrecht, invordering, bestuurdersaansprakelijkheid