Geen sprake van vooringenomenheid bij leden Accountantskamer

Wrakingskamer: geen schijn van partijdigheid bij Accountantskamer in klacht rond Vattenfal-zaak.

Door Michiel Satink

Zaaknr. 22/853
(hoort bij 21/2170-2173)

Van een schijn van vooringenomenheid bij een van de leden van de Accountantskamer is geen sprake. Dat oordeelde de wrakingskamer vrijdag in een verzoek ingediend door vier leden van de Raad van Tucht en de Raad van Beroep van het Instituut van Internal Auditors. (IIA)

De vier leden zijn de beklaagden in een zaak aangespannen door twee klokkenluiders bij energiebedrijf Vattenfall. Een lid van de Accountantskamer die zich over deze tuchtzaak zal buigen, heeft de schijn van partijdigheid over zich, zo luidde het wrakingsverzoek. De achterliggende kwestie gaat over de aanbesteding van de bouw van een nieuwe, gasgestookte elektriciteitscentrale in Hamburg, een opdracht met een totale waarde van ongeveer 450 miljoen euro. De twee klokkenluiders klaagden bij hun toenmalige werkgever Vattenfall over een geheime ontmoeting met Siemens in 2013 op luchthaven Schiphol. Siemens wilde van de Vattenfall-werknemers alles weten over de aanbesteding om daarmee haar voordeel te doen. Vattenfall overtrad hiermee aanbestedingswetten en de eigen gedragscode, zo vonden de werknemers.

Drie maanden doorgehaald
Vattenfall Nederland besloot vervolgens Grant Thornton in te schakelen om de boel te onderzoeken. De RA die dit onderzoek deed, werd februari vorig jaar door de Accountantskamer fors op de vingers getikt met een schorsing van drie maanden. Hij wist dat de besprekingen met Siemens tijdens de aanbestedingsprocedure niet waren toegestaan maar oordeelde dat ,,de daaraan tegengestelde bevindingen van de internal audit zijn gebaseerd op bewijstukken die de conclusies van de internal audit rechtvaardigen''. En dat zou verder onderzoek overbodig maken. Met die conclusie zet de accountant de lezers van het rapport op het verkeerde been, zo oordeelde de Accountantskamer. Ook werd het hem door de tuchtrechter kwalijk genomen dat hij instemde met een publicatie op de website van Vattenfall waarin staat dat uit zijn rapport zou blijken dat in deze casus de aanbestedingswet niet met voeten is getreden. Dit omdat de accountant dit helemaal niet heeft onderzocht.

In die tuchtzaak speelde een memo uit 2015 een belangrijke rol. In die memo zou staan dat het overtreden van aanbestedingsregels bekend was bij de top van Vattenfall. De voorzitter van de Accountantskamer die zich boog over de zaak tegen de inmiddels ex-partner van Grant Thornton buigt zich ook over de zaak die vrijdagmiddag diende tegen IIA. De klokkenluiders klagen daarin over de afhandeling door de Raad van Tucht en de Raad van Beroep van het IIA. De klagers menen dat hun klachten zowel inhoudelijk als procedureel niet correct zijn afgehandeld. “Het is niet uit te sluiten dat de rechter door deze informatie, het dossier en de memo, bepaalde voorkennis heeft waardoor de schijn ontstaat dat hij daardoor partijdig zou zijn'', zo omschreef advocaat Marian Euverman het namens de beklaagden van IIA.

Oordeel wraking
“Het feit dat het memo in het dossier zat, betekent niet dat er daardoor een schijn van partijdigheid zou bestaan'', reageerde de beklaagde rechter. De wrakingskamer was het hiermee eens. Daarmee is het wrakingsverzoek afgewezen.
 

Gerelateerde artikelen