WOZ-waarde tbs-kliniek; toepassing woondelenvrijstelling OZB-aanslag gebruik

Bij de vaststelling van de WOZ-waarde van een tbs-kliniek heeft de heffingsambtenaar van de gemeente Hardenberg ten onrechte de woondelenvrijstelling niet toegepast. Dit heeft Rechtbank Overijssel geoordeeld.

Eiseres is eigenaar van een Forensisch Psychiatrisch Centrum (FPC), een tbs-kliniek, bestaande uit verschillende klinieken, sportvelden, fietsenstalling en parkeerplaatsen.  In geschil zijn de opgelegde OZB-aanslagen wegens gebruik voor de jaren 2013 en 2014 alsmede de WOZ-waarde voor het belastingjaar 2014. Tussen partijen is niet in geschil dat de onroerende zaak niet in hoofdzaak tot woning dient, zodat een aanslag in de OZB wegens gebruik kan worden opgelegd. In geschil is of in het onderhavige geval de woondelenvrijstelling van toepassing is (artikel 220e Gemw).

Volgens Rechtbank Overijssel is dat het geval. De Rechtbank acht hierbij van belang dat de verblijfsduur van de verpleegden minimaal 4 jaar is en gemiddeld 9 jaar. Gelet op deze verblijfsduur kan volgens de Rechtbank niet gesproken worden van een verblijf dat tijdelijk van aard is. De Rechtbank laat hierbij meewegen dat ten tijde van de onderhavige belastingjaren in het FPC ook longstay-patiënten woonden.

De Heffingsambtenaar heeft ten onrechte de woondelenvrijstelling niet toegepast. Voor de toepassing van de woondelenvrijstelling sluit de Rechtbank aan bij het door eiseres gestelde percentage van 48,4. De aanslagen OZB-gebruik dienen met 48,4% te worden verminderd.
Ten aanzien van de WOZ-waarde oordeelt de Rechtbank dat de Heffingsambtenaar ten onrechte geen rekening heeft gehouden met investeringen die gericht zijn op het behoud van het nut. Aanzien geen van beide partijen de WOZ-waarde aannemelijk maakt, vermindert de Rechtbank de waarde in goede justitie van € 22.000.000 tot € 17.000.000.

(Bron: Fiscanet)

Gerelateerde artikelen