Woningcorporaties krijgen stresstest derivaten

De Autoriteit woningcorporaties (Aw) gaat een stresstest uitvoeren bij alle woningcorporaties met een derivatenportefeuille. Met de test ontstaat een actueel inzicht in hoeverre corporaties de met de derivatenportefeuille samenhangende liquiditeitsrisico’s adequaat managen. Zij moeten in staat zijn om de liquiditeitsverplichtingen bij een rentedaling van 2% op te vangen.

Als peildatum wordt een datum in het voorjaar van 2016 gekozen. Kort na de peildatum krijgen de corporaties een brief met instructies voor het aanleveren van gegevens.

Wijzigingen

Om inzicht te krijgen in de (beheersing van) de risico’s uit hoofde van de breakclausules in de derivatencontracten, worden bij deze stresstest naast de notional/onderliggende waarden van de contracten met een breakclause, tevens de marktwaarden opgevraagd. Bij deze marktwaarden wordt rekening gehouden met een rentedaling van 2%. Er is onderscheid tussen contracten met een mandatory – en mutual breakclause. Bij een mandatory break wordt een contract op een in het contract afgesproken datum ontbonden. Bij een mutual breakclause kan een van de contractpartijen er voor kiezen om het contract te ontbinden op de afgesproken datum.

Negatieve marktwaarde

Door de lage rente van dit moment hebben deze contracten veelal een aanzienlijke negatieve marktwaarde. Dat betekent dat bij ontbinding van het contract een woningcorporatie direct de (negatieve) marktwaarde met de bank moet afrekenen. Van woningcorporaties wordt verwacht dat zij uit oogpunt van risicomanagement een zogeheten ‘breakplan’ hebben om de risico’s rond de contracten met een breakclause te beheersen en/of te mitigeren. De Aw zal deze (geactualiseerde) plannen ook opvragen.

De Aw verwacht in de loop van het jaar de uitkomsten van de stresstest aan de minister van Wonen en Rijksdienst te kunnen rapporteren.

Gerelateerde artikelen