Wiebes niet verrast over grote rol Nederland bij belastingconstructies
Wiebes gaat in op Kamervragen over het rapport 'Uncovering offshore financial centers: conduits and sinks in the global corporate ownership network', van de onderzoeksgroep CORPNET van de Universiteit van Amsterdam.
CORPNET heeft een onderzoek gedaan naar de eigendomsverhoudingen binnen multinationale ondernemingen. Aan de hand hiervan hebben de onderzoekers 24 'Sink Offshore Financial Centers' (Sink OFC’s) in kaart gebracht. Verder hebben de onderzoekers geïdentificeerd welke landen voorkomen in structuren waar ook deze 'Sink OFC’s' deel van uit maken. Uit het onderzoeksrapport blijkt onder andere dat Nederland wereldwijd de grootste rol in bedrijfsstructuren met belastingparadijzen speelt. In 23% van deze vooral fiscaal gedreven constructies duikt Nederland op als tussenschakel. Het Verenigd Koninkrijk speelt in 14% van de offshorestructuren een rol.
Dat Nederland in dergelijke structuren veelvuldig voor komt, verrast de staatssecretaris niet. Nederland is mede door zijn nationale wetgeving en door zijn verdragennetwerk (ook) een aantrekkelijk land voor schakelvennootschappen.
De staatssecretaris schrijft voorts dat uit het rapport blijkt dat er naast fiscale ook andere overwegingen zijn voor het opzetten van juridische entiteiten in landen als Nederland. Volgens de staatssecretaris heeft Nederland altijd een aantrekkelijk vestigingsklimaat gehad voor ondernemers. Zo hebben we een gunstige ligging, een goede infrastructuur, een goed opgeleide beroepsbevolking, een gunstig leefklimaat, een hoog voorzieningenniveau en een betrouwbare overheid. Ook heeft Nederland een belastingsysteem met sterke elementen, zoals het verdragennetwerk en de deelnemingsvrijstelling, die onze open, op internationale handel gerichte economie ondersteunen. Al deze elementen zijn volgens de staatssecretaris belangrijk voor het aantrekken en behouden van binnen- en buitenlandse investeerders en daarmee voor economische groei en werkgelegenheid.
De staatssecretaris geeft verder aan dat in korte tijd in internationaal verband grote stappen zijn gezet om internationale belastingontwijking tegen te gaan. Omdat het onderzoek ziet op het jaar 2015, hebben deze ontwikkelingen nog maar een beperkt effect kunnen hebben op de onderzoeksuitkomsten. Nu de implementatie van alle internationale afspraken tegen belastingontwijking in volle gang is, ziet hij op dit moment geen rol voor hem weggelegd voor het instellen van een nader onderzoek.
(Bron: Fiscanet)