Wiebes informeert Kamer over criteria gezag, arbeid en loon rond DBA

Staatssecretaris Eric Wiebes van Financiën heeft de Tweede Kamer in een brief geïnformeerd over de criteria gezag, arbeid en loon rond DBA en dienstbetrekkingen.

Wiebes stelt dat de drie criteria gezag, arbeid en loon uit het Burgerlijk Wetboek komen. “Deze criteria zijn duidelijk geformuleerd in de wet en ook verder verduidelijkt in de civielrechtelijke en fiscale jurisprudentie,” aldus de staatssecretaris. “Dat het soms lastig is om te beoordelen of er sprake is van een dienstbetrekking, ligt niet aan een onduidelijke formulering in de wet. In de praktijk zijn er veel verschillende arbeidsrelaties, omdat partijen veel vrijheid hebben bij het vormgeven van hun arbeidsverhouding. Hierdoor ontstaan er grensgevallen waarin het bij partijen niet altijd duidelijk is of er sprake is van een dienstbetrekking. Voor deze gevallen is de Wet deregulering beoordeling arbeidsrelaties bedoeld. Partijen die twijfelen over de aard van hun arbeidsrelatie, kunnen hun overeenkomst voorleggen aan de Belastingdienst, of ze kunnen een modelovereenkomst van de website van de Belastingdienst gebruiken. Indien partijen werken volgens een door de Belastingdienst beoordeelde overeenkomst, hebben ze de zekerheid dat er geen sprake is van een dienstbetrekking.”

Verder laat Wiebes weten dat in het looncriterium is opgenomen dat ook loonbetaling door middel van derden als loon gezien kan worden. “Op grond van het Burgerlijk Wetboek gaat het om de juridische verplichting van de werkgever om een vergoeding voor de verrichte arbeid te betalen. Het gebruik maken van derden doet aan dat uitgangspunt niet af. Het maakt voor het bestaan van een dienstbetrekking niet uit van wie de werknemer feitelijk het loon krijgt,” aldus de staatssecretaris.

Wiebes wijst er trouwens nogal op dat gebruik van beoordeelde overeenkomsten niet verplicht is: “Voor vele ondernemers voor wie bij voorbaat helder is dat zij buiten dienstverband werken, is een modelovereenkomst sowieso niet behulpzaam. Voor de behanger die bij particulieren klust, is al op voorhand evident dat die niet in dienstverband van zijn klanten werkt. Werken volgens een modelovereenkomst is vooral zinvol als zekerheid gevraagd wordt over de meer complexe arbeidsrelaties, waarbij niet meteen duidelijk is of er sprake is van een dienstverband. Partijen bepalen dan zelf onder welke voorwaarden zij met elkaar contracteren; dat kunnen ook de eigen leveringsvoorwaarden van zelfstandige ondernemers zijn.”

 Beantwoording Kamervragen over criteria gezag, arbeid en loon

Gerelateerde artikelen