WIDM voor accountants

Ruim twee miljoen mensen keken afgelopen zaterdag naar ‘Wie is de Mol?’. Echte fans, ook wel Molloten genoemd, hebben aan de afkorting WIDM genoeg om te weten waar het over gaat. Zelf kijk ik ook graag naar het programma, waarin (semi)-bekende Nederlanders in een mooi land opdrachten moeten uitvoeren om geld te verdienen. Eén van hen probeert juist te voorkomen dat de opdrachten slagen, zodat er geen geld verdiend wordt. Hij of zij is de Mol. Wekelijks valt er een kandidaat af: degene die de ‘wie-is-de-mol-test’ het minst goed heeft ingevuld.

Naast dat er erg leuke opdrachten uitgevoerd worden in het programma, is het vooral een groot psychologisch spel. De Mol wil niet ontdekt worden en doet net alsof hij zijn best doet. De overige kandidaten proberen juist verdacht over te komen om de verdenking op zich te krijgen, want dit maakt de kans groter dat zij in het spel blijven. Beroemd is ook de uitspraak ‘niets is wat het lijkt’.

Tunnelvisie

Eén van de psychologische aspecten van het spel, en zeer gevaarlijk voor de kandidaten, is de ‘tunnelvisie’. Dit ontstaat als kandidaten volledig gefocust raken op één medekandidaat en hem of haar ervan verdenken de Mol te zijn. Alle handelingen van die medekandidaat worden dan prompt als verdacht gezien en juist verdachte handelingen van andere kandidaten worden niet meer gezien. Door tunnelvisie hebben de afgelopen jaren al heel wat kandidaten vroegtijdig het vliegtuig naar huis moeten nemen.

Tunnelvisie komt ook in het gewone leven voor. De niet-Molloten onder de lezers van dit blog herkennen zich vast in het voorbeeld van de zoektocht naar een nieuwe auto: ben je net van plan om bepaald type auto te kopen, zie je deze opeens ook heel vaak rijden. Zijn er dan meer van dit type auto’s op de weg? Nee; je waarneming is veranderd, waardoor je meer oog hebt gekregen voor de dingen die er altijd al waren. Je zou kunnen zeggen dat je voorheen aan een vorm van tunnelvisie leed. Selectieve perceptie heet dit fenomeen.

Bij mijzelf onderkende ik laatst ook een vorm van selectieve perceptie. Voor de door V&A ontwikkelde training Frauderisicofactoren – een door de NBA verplicht gestelde training voor openbaar accountants die in 2017 werkzaamheden zijn in de controlepraktijk – heb ik de werkvorm ‘Leestafel’ uitgewerkt. Hiervoor heb ik voorbeelden van fraude- en corruptiegevallen uit nieuwsberichten van de afgelopen tijd verzameld. Sinds ik deze exercitie heb gedaan, valt het mij op hoeveel nieuwsberichten er eigenlijk zijn over fraude of corruptie. Komen deze nieuwsberichten opeens vaker voor? Ik denk het niet. Ik heb er alleen meer oog voor gekregen.

Frauderisicofactoren

Laat dit nu precies één van de doelstellingen zijn van de training Frauderisicofactoren: het vergroten van de bewustwording van de accountant ten aanzien van frauderisicofactoren. Nee, het is dan niet de bedoeling dat accountants meer nieuwsberichten over fraude en corruptie gaan opvallen. Het is de bedoeling dat accountants meer oog krijgen voor de specifiek bij hun klanten van toepassing zijnde frauderisicofactoren, en hier vervolgens in hun verdere risicoanalyse en controle-aanpak rekening mee houden. Oftewel: door in de training geconfronteerd te worden met praktijkvoorbeelden van frauderisicofactoren, verwachten we dat accountants ook meer van deze risicofactoren bij de eigen klanten zullen gaan onderkennen.

Stel, we vertalen bovenstaande naar het volgende voorbeeld: je bent accountant van een grote leasemaatschappij, waarbij je al jaren een goedkeurende controleverklaring verstrekt. Welke frauderisicofactoren onderken je? Lastige vraag natuurlijk. Wat als we nu het voorbeeld iets aanpassen: : je bent accountant van Pon. Welke frauderisicofactoren onderken je? Grote kans dat nu aan risicofactoren gedacht wordt die eerst niet in beeld waren, zoals het feit dat zaken gedaan wordt in een sector met een hoger corruptierisico; de (semi)overheid (zie NBA-praktijkhandreiking 1137, waarin de (semi)overheid als één van de met een hoger corruptierisico genoemd wordt). Met de kennis achteraf is dit natuurlijk makkelijk roepen; het gevaar van hindsight bias ligt op de loer. Nu de ambtelijke omkoping bij Pon bekend is, is het niet moeilijk om de frauderisicofactoren aan te wijzen. Was hier wellicht sprake van selectieve perceptie? Frauderisicofactoren die er altijd al waren, maar die niet onderkend werden? Precies deze vragen raken aan de kern van de training Frauderisicofactoren. Het op voorhand onderkennen van de relevante frauderisicofactoren, het vergroten van de bewustwording van accountants hieromtrent en daarmee ook het voorkomen van selectieve percepties. Ik denk dat we na deze training allemaal goede WIDM-kandidaten zouden zijn.

‘WIDM(F) voor accountants’

Ik heb nog wel één voorstel. De naam van de training Frauderisicofactoren vind ik eigenlijk veel te lang en te weinig zeggend. Ik zou de training ‘WIDM(F) voor accountants’ willen noemen, waarbij WIDM(F) dan wel staat voor: ‘Waar Is De Materiële Fraude?’ Tegelijk dekt deze titel ook veel meer de bredere inhoud van training: naast aandacht voor frauderisicofactoren, besteden we ook aandacht het analyseren van frauderisico’s en het vertalen daarvan naar de planning en uitvoering. Hierbij komt het aspect Materialiteit aan de orde. Verder raakt de vraagstelling in ‘Waar Is De Materiële Fraude?’ aan het communicatieve aspect bij dit onderwerp.

Accountants werkzaam bij accountantsorganisaties met een grotere controlepraktijk zijn wat betreft bewustwording in het voordeel. Zij zien doorgaans meer praktijksituaties voorbij komen en hebben meer de gelegenheid om op kantoor met collega’s te sparren. Om die reden hebben wij – specifiek voor accountants werkzaam in een kleinere controlepraktijk of voor interim accountants die controlepraktijken ondersteunen –  een open inschrijving voor deze training georganiseerd. Hiervoor verwijzen wij naar onze website:

 

[Marc-Jan Zwaneveld RA, V&A accountants-adviseurs]