Wetsvoorstel doet excessief lenen bij eigen vennootschap in de ban!

Voorkom te hoge ab-heffing en bouw schulden aan BV zo mogelijk af.

door mr. drs. Martijn van der Kroon

Het wetsvoorstel over excessief lenen bij de eigen BV is in consultatie gegaan. Op basis van dit voorstel zou vanaf 1 januari 2022 belasting betaald moeten worden over schulden boven de 500.000 euro aan de eigen BV. Schulden ten behoeve van de eigen woning worden uitgezonderd. Het uiteindelijke wetsvoorstel kan nog afwijken, maar we lichten de huidige versie graag toe.

Schulden aan de BV boven 500.000 euro belast als aanmerkelijk belangwinst
Het wetsvoorstel richt zich op houders van een aanmerkelijk belang (ab-houders). Van een ab-houder is sprake bij 5%-belang of meer in een vennootschap of bij bepaalde specifieke belangen (bijv. 5 procent van een bepaalde soort aandelen). 

Vanaf 1 januari 2022 geldt dat een ab-houder in principe maximaal 500.000 euro schuld bij de eigen BV mag aanhouden. Zelfs schulden van de partner en kinderen aan de BV worden hierbij in aanmerking genomen! Het meerdere boven de 500.000 euro zal worden belast als een fictief voordeel uit aanmerkelijk belang tegen 26,9 procent inkomstenbelasting (huidig tarief is 25 procent). Het gaat hier om alle type schulden ongeacht waar de schuld voor is aangewend. Saldering met een vordering zal niet mogelijk zijn. 

Uitzondering voor eigenwoningschuld
Een uitzondering op de 500.000 euro grens wordt gemaakt voor schulden die zijn aangegaan voor de eigen woning (kwalificerend voor de eigenwoningregeling). Voor eigenwoningschulden die worden aangegaan vanaf 1 januari 2022 wordt als extra eis gesteld dat een recht van hypotheek is gevestigd. Voor op dat moment bestaande eigenwoningschulden geldt die voorwaarde niet.

Overige aspecten 
Het wetsvoorstel wil excessief lenen van de eigen BV voorkomen, maar laat de civielrechtelijke situatie in stand. Dit betekent dat het excessieve deel van de schuld als (fictief) inkomen uit aanmerkelijk belang (box 2) in aanmerking wordt genomen. De maatregelen hebben echter geen doorwerking naar andere fiscale wet- en regelgeving. Dit betekent dat een schuld (aan de eigen BV) in box 3, ook een schuld in box 3 blijft en derhalve ook volledig de rendementsgrondslag vermindert. Ook eventuele rente- en aflossingsverplichtingen blijven vanuit fiscaal perspectief gewoon bestaan.

Verder wordt in de regeling voorkomen dat de excessieve schuld ieder jaar wordt belast: de heffing wordt slechts éénmaal in aanmerking genomen. Dat is natuurlijk logisch. Tot slot kent de regeling ook een anti-misbruikbepaling om situaties met indirect lenen (bijv. de BV leent aan een derde en de derde leent aan de DGA) ook onder het bereik van ab-heffing te brengen.

Onze kritiek
Deze regeling wil voorkomen dat DGA’s excessief lenen bij de eigen BV. Dit is met name ingegeven om het consumptief lenen van DGA’s in te dammen. Het huidige wetsvoorstel treft echter ook reële leningen, waarbij een onderpanden of zekerheden aanwezig zijn. Naar onze mening zouden dergelijke leningen ook moeten worden uitgezonderd.

Wij vinden het verder onwenselijk dat een lening van de BV van vader aan zijn zoon bij vader als fictief inkomen zal worden belast. Dit wringt nog meer als zoon een aandelenpakket in de BV heeft gekocht tegen een lening van de betreffende BV; ook dan is sprake van ab-heffing bij vader. Daarnaast kan dubbele belasting ontstaat als in het ene jaar de DGA geld van zijn BV leent om het volgende jaar deze lening met een dividenduitkering af te lossen. Voor deze situaties moet wat ons betreft een aanpassing in de regeling worden aangebracht.
 
Afsluitend
Het wetsvoorstel is gericht op het terugdringen van de schulden van ab-houders bij de eigen BV. Hiermee wil de regering excessief lenen van de BV in de ban doen. De maatregelen zullen naar verwachting in werking treden per 1 januari 2022. Het wetsvoorstel ligt nu al ter consultatie, zodat DGA’s zich kunnen voorbereiden op deze maatregelen. 

Het is te overwegen om al in 2019 de schuldpositie bij de eigen BV af te bouwen. Een dividenduitkering is in 2019 namelijk nog tegen 25 procent belast, terwijl dit tarief de komende jaren omhoog gaat naar 26,9 procent. U kunt geld besparen door dit jaar al in te spelen op de voorgenomen maatregelen om excessief lenen van de BV terug te dringen. Wij kunnen samen met u kijken naar de mogelijkheden om uw schulden af te bouwen.  Mocht u vragen hebben, neem dan gerust contact met ons op.  

Mr. drs. Martijn van der Kroon van C&B More te Rotterdam is fiscaal specialist bij Fiscaalconsult. Zijn specialisme(n): Bedrijfsopvolging, estate planning (schenken & erven), innovatiebox, werknemersparticipaties, (internationale) vennootschapsbelasting, inkomstenbelasting, ANBI, scheepvaart

Gerelateerde artikelen