Inkomensnorm WNT vorig jaar 17 keer overtreden

De Wet normering topinkomens (WNT) wordt goed nageleefd. Toch waren er in 2015 in totaal 17 topfunctionarissen in de publieke of semipublieke sector die zoveel verdienden dat sprake was van een overtreding van de inkomensnorm. Dat schrijft minister Ronald Plasterk van BZK in de WNT-jaarrapportage 2015 en de WNT-voortgangsbrief die hij vandaag naar de Tweede Kamer heeft gestuurd.

Volgens Plasterk nemen bovenmatige bezoldigingen in de publieke en semipublieke sector af. Nieuwe benoemingen moesten al sinds 2013 aan WNT-normen  voldoen. Vanaf 1 januari 2017 zet de trend zich door omdat volgens het overgangsrecht nu ook de eerste zittende bestuurders terug moeten in hun salaris. Daarnaast worden stappen gezet om de werking van de wet verder te verbeteren.

Overgangsrecht

Bijna 5.900 instellingen hebben de bezoldigingsgegevens van 37.000 functionarissen over 2015 gemeld bij het verantwoordelijke ministerie. In totaal ontvingen 1.224 leidinggevende topfunctionarissen en 109 toezichthoudende topfunctionarissen een bezoldiging hoger dan de norm, waarbij het overgangsrecht van toepassing is. In 17 gevallen is een overtreding geconstateerd, die door de WNT-toezichthouders worden onderzocht.

Percentage leidinggevenden boven norm blijft in 2015 gelijk

14% van de leidinggevende topfunctionarissen zit boven de norm. Dat percentage is even hoog als in 2014. Enerzijds komt dat omdat door de inwerkingtreding van de WNT-2 het algemene wettelijke bezoldigingsmaximum werd verlaagd naar 100 procent van het ministersalaris (178.000). Een automatisch gevolg hiervan is dat het aantal bezoldigingen is toegenomen in de sectoren waar deze norm van kracht is geworden. Anderzijds is het aantal bezoldigingen boven de norm bij zorginstellingen, woningcorporaties en het wetenschappelijk onderwijs afgenomen. Een verlaging van de normen is hier als gevolg van het overgangsjaar pas per 1 januari 2016 van kracht. Het  percentage bezoldigingen van toezichthoudende topfunctionarissen is sterk gedaald van 18 in 2014 naar 1 in 2015. Dit komt omdat de norm voor toezichthoudende topfunctionarissen met de WNT-2 is verruimd.

Ontwikkeling WNT volgens verwachting

De cijfers bevestigen het beeld van de afgelopen jaren dat de wet in ruime mate wordt nageleefd. Bovenmatige bezoldiging neemt langzaam af. Het percentage overschrijdingen ontwikkelt zich zoals verwacht door de verlaging van het bezoldigingsmaximum naar 100 procent van het ministersalaris  en vanwege afspraken bij nieuwe benoemingen over bezoldigingen binnen die norm. Het aantal uitzonderingen op de norm is zeer beperkt. Overtredingen maken WNT-instellingen veelal na een eerste aanmaning ongedaan, zonder dat er meer formele maatregelen nodig zijn. De neerwaartse trend zal zich met de eerste afbouw van het overgangsrecht vanaf 2017 verder doorzetten, omdat dan ook de eerste zittende bestuurders terug moeten in salaris.

Doeltreffendheid wet verder verbeterd

De komende periode zullen er nog verschillende stappen worden gezet. Via het wetsvoorstel Evaluatiewet WNT wordt geregeld dat de administratieve lasten en uitvoeringskosten voor instellingen die onder de WNT vallen, worden verminderd. Voor kleine semipublieke instellingen wordt een volledige vrijstelling mogelijk. Bovendien worden routes voor wetsontwijking de pas afgesneden. Hiernaast is de planning dat het wetsvoorstel tot uitbreiding van de personele reikwijdte van de WNT (WNT-3) op korte termijn ter advisering richting de Raad van State gaat.

Gerelateerde artikelen