Werknemer tankt verkeerd: schade voor werkgever

Dit meldt Vereniging Auto van de Zaak (VAVDZ). De vereniging legt uit hoe de casus in elkaar stak.

Een bedrijf in Amsterdam probeerde de schade op haar accountmanager te verhalen op basis van verschillende argumenten. Zo zou het gaan om roekeloos gedrag. Daar dacht de rechter echter anders over. Voor het aannemen van bewuste roekeloosheid in de zin van artikel 7:661 BW is vereist dat de werknemer zich onmiddellijk voorafgaand aan het schade brengend voorval daadwerkelijk bewust was van het roekeloos karakter van zijn gedraging. Het tanken van normale benzine in een dieselauto, is, zo vond de rechter, echter iets dat kan gebeuren wanneer iemand auto rijdt, gewoon een domme vergissing.
 
Ook verwees de werkgever naar de leaseregeling, waarin is bepaald dat schade die het gevolg is van bewezen niet-behoorlijk gebruik en/of onderhoud van de auto voor rekening van de medewerker komt. De rechter stelde echter vast dat de werknemer zich niet tegen een dergelijke schade had verzekerd en dat de werkgever dat ook niet had gecontroleerd. Daarbij komt dat de werkgever zelf juist een verzekering had, waarin schade ontstaan door het tanken van de verkeerde brandstof niet was gedekt. De rechter vindt daarmee de verplichting die de werkgever de werknemer oplegt te ver gaan.
 
Een laatste troef van de werkgever werd evenmin beloond door de rechter. De werkgever gaf namelijk aan dat hij diezelfde schade niet zou hebben vergoed, als het de privé- en niet de leaseauto van een werknemer zou betreffen en dat zou niet eerlijk zijn tegenover werknemers zonder auto van de zaak. De rechter gaf aan dat bij dergelijke schade onder werktijd deze verplichting wel degelijk geldt voor de werkgever ten aanzien van de privéauto van de werknemer en veegde daarmee ook dit argument van tafel.

• ECLI:NL:GHARL:2015:1908