Werkloosheid in juni licht toegenomen
Het aantal 15- tot 75-jarigen met betaald werk is de afgelopen drie maanden met gemiddeld 12 duizend per maand toegenomen. In juni waren er 9,0 miljoen werkenden. Het aantal werklozen is vanaf maart met gemiddeld 2 duizend per maand gestegen naar 313 duizend in juni. Zij hadden geen betaald werk en gaven aan recent naar werk te hebben gezocht en daarvoor direct beschikbaar te zijn. Dat meldt het CBS op basis van nieuwe cijfers. UWV registreerde eind juni 243 duizend lopende WW-uitkeringen.
4,1 miljoen mensen hadden om uiteenlopende redenen geen betaald werk. Naast de eerder genoemde werklozen ging het om 3,7 miljoen mensen die niet recent hebben gezocht en/of niet direct voor werk beschikbaar waren. Zij worden niet tot de beroepsbevolking gerekend. Hun aantal is in de laatste drie maanden met gemiddeld 5 duizend per maand afgenomen.
Werkloosheidsindicator
Om de conjuncturele ontwikkelingen op de arbeidsmarkt in verschillende landen te kunnen vergelijken, wordt vaak gebruikgemaakt van de werkloosheidsindicator van de International Labour Organization (ILO). Volgens deze indicator worden mensen van 15 tot 75 jaar zonder betaald werk die hier recent naar hebben gezocht en direct beschikbaar zijn met ‘werkloos’ aangeduid. In juni waren er 313 duizend werklozen. Hiermee was 3,4 procent van de beroepsbevolking werkloos. In mei was dit nog 3,3 procent.
UWV: Aantal WW-uitkeringen daalt nog steeds
Het aantal WW-uitkeringen daalt gestaag verder. Eind juni 2019 telde UWV 243 duizend lopende WW-uitkeringen. Dat is 3,2 procent minder dan vorige maand. In vergelijking met eind juni 2018 daalde het met 15,7 procent.
In alle beroepsklassen is het aantal lopende WW-uitkeringen gedaald. In vergelijking met een jaar eerder nam dit het meest af bij de pedagogische beroepen (-20,7 procent) en bij de dienstverlenende beroepen (-20,3 procent). Het aantal WW-uitkeringen daalde ook in alle sectoren.
UWV: Daling instroom komt tot stilstand
In de eerste helft van 2019 ontstonden er 172 duizend nieuwe uitkeringen. Dat is iets meer dan in de eerste helft van 2018 (+0,4 procent). In de twee voorgaande jaren daalde de instroom nog flink. Aan die daling lijkt nu een einde te zijn gekomen.
In de eerste helft van 2019 zijn er 192 duizend uitkeringen beëindigd. Omdat dit aantal nog steeds hoger ligt dan de instroom, is het aantal lopende uitkeringen gedaald.
Meer baanverliezers
De werkloosheid is de afgelopen drie maanden licht gestegen, met gemiddeld 2 duizend per maand. Het is voor het eerst na oktober 2015 dat de werkloosheid gemiddeld over drie maanden toeneemt. Het werkloosheidscijfer is een saldo van verschillende stromen op de arbeidsmarkt. De toename van de werkloosheid is vooral toe te schrijven aan de grotere stroom werkenden die hun baan verliezen. Dit aantal is vanaf december gegroeid. In november waren er nog 57 duizend werklozen die drie maanden daarvoor nog werk hadden, in juni waren dat er 73 duizend. De tegenovergestelde stroom, werklozen die (weer) aan de slag gaan, is daarentegen vrijwel onveranderd gebleven.
Onbenut arbeidspotentieel
Het CBS publiceert maandelijks over de omvang van de werkzame beroepsbevolking en de niet-werkzame bevolking, waarbij de laatste groep wordt uitgesplitst naar de werkloze beroepsbevolking en de niet-beroepsbevolking (allemaal volgens ILO-definitie).
Met de werkloze beroepsbevolking wordt echter niet het totale onbenut arbeidspotentieel beschreven. Behalve werklozen behoren hiertoe nog andere groepen. Het gaat ook om mensen die óf recent gezocht hebben naar werk óf direct beschikbaar zijn voor werk. Deze mensen worden gerekend tot het onbenut arbeidspotentieel, maar vallen buiten de werkloosheidsdefinitie. Ook deeltijders die meer uren willen werken en hiervoor direct beschikbaar zijn, behoren tot het onbenut arbeidspotentieel.
De grootte en samenstelling van deze groepen worden alleen per kwartaal gepubliceerd. Het totaalbeeld dat de onderstaande figuur weergeeft is gebaseerd op de meest recente kwartaalcijfers (eerste kwartaal 2019). Het totale onbenut arbeidspotentieel bestond in het eerste kwartaal van 2019 uit 1,1 miljoen mensen. Een jaar eerder waren dit er nog 1,2 miljoen. De ontwikkeling van het totale onbenut arbeidspotentieel hangt sterk samen met de ontwikkeling van de werkloosheid.
(bron: CBS)