Werkgevers tegen uniform wettelijk minimumuurloon

Het ministerie van SZW wil één uniform wettelijk minimumuurloon, geldend voor alle sectoren. MKB-Nederland en VNO-NCW laten weten dit conceptwetsvoorstel “ten principale af te wijzen omdat het een vergaande maatregel is met substantiële effecten en tot hogere loonkosten voor veel sectoren leidt”. Op dit moment hangt het minimumuurloon af van de gebruikelijke arbeidsduur in de sector.

Voor de handhaafbaarheid is het volgens MKB-Nederland en VNO-NCW beter om het advies uit 2006 van de Stichting van de Arbeid (waarin werkgevers en werknemers zijn vertegenwoordigd) te volgen. Daarin wordt uitgegaan van een 40-urige werkweek als er geen cao van toepassing is. Op basis hiervan zijn afwijkingen, door bijvoorbeeld complexe factoren als arbeidsduurverkorting (ADV), mogelijk. Op die manier worden de diversiteit en differentiatie binnen sectoren gerespecteerd. 

Forse loonkostenstijging

Door een uniform minimumuurloon in te voeren, waarbij is uitgegaan van een gemiddelde arbeidsduur van 37,4 uur, zullen de loonkosten volgens MKB-Nederland en VNO-NCW tot wel 7 procent stijgen. “Voor werkgevers, bijvoorbeeld in de detailhandel waar veelal sprake is van normale arbeidsduur van 40 uur, leidt dit tot een forse loonkostenstijging waarvoor zij niet of nauwelijks gecompenseerd worden. Niet acceptabel. En dat enkel en alleen omwille van eenvoudiger handhaving van de Inspectie SZW”, stellen de werkgeversorganisaties in hun reactie. 

Consequenties onderbelicht

MKB-Nederland en VNO-NCW wijzen erop dat dit ook gevolgen heeft voor loonkostensubsidies in het kader van de Participatiewet, het lage inkomensvoordeel (Liv) en de compensatieregeling voor het verhogen van de staffels van het wettelijk minimumjeugdloon (Wmjl). Met die consequenties lijkt geen rekening gehouden. Ook bij de berekening (op basis van slechts 57 cao's) is volgens hen geen rekening gehouden met gecorrigeerde cijfers per cao.

Gerelateerde artikelen