Werkgevers kaatsen bal terug naar Rutte
“Maatschappelijk gezien agendeerde premier Rutte dit weekend een belangrijk thema, namelijk de spanningen die we zien in de samenleving rond de rol van bedrijven en de zorgen bij mensen over hun inkomen en werk. Net als hij maken wij ons daar grote zorgen over, maar de analyse van de premier schiet tekort.”
Dat zegt Hans de Boer, voorzitter van VNO-NCW, naar aanleiding van de uitspraken van de premier van afgelopen weekend.
De Boer, die hierover al langer met zijn leden in gesprek is, ziet twee bronnen van zorg in de samenleving. De eerste is hoe Nederland in de toekomst zijn welvaart moet gaan verdienen en wat dat betekent voor banen. De tweede zorg betreft een eerlijke verdeling. VNO-NCW pleit voor een maatschappelijk Balansakkoord, dat beide bronnen van zorg aanpakt. Werkgevers, bonden en kabinet spreken in zo’n akkoord met elkaar af hoe we de economie sterk houden en antwoorden geven op de onzekerheid die veel mensen – met name in de middengroepen – hebben over werk, inkomen, de toekomst van hun kinderen én de rol van bedrijven in de samenleving.
Met elkaar omgaan
De Boer: “Nu het pensioenakkoord is gesloten, zou zo’n Balansakkoord mensen houvast en het vertrouwen moeten geven dat we dit land op orde houden en netjes met elkaar omgaan. We kunnen in zo’n akkoord gedeelde uitgangspunten vastleggen over hoe we omgaan met nieuwe technologie en nieuwe concurrentie, met werkzekerheid en loonkosten, inkomens en lasten, en kansen voor iedereen op de arbeidsmarkt. Maar bijvoorbeeld ook over de maatschappelijke rol van bedrijven en wat er voor nodig is om werkgelegenheid te blijven creëren. Door dit met elkaar expliciet te maken, weten mensen waar ze op kunnen rekenen. Kortom, een nieuw sociaal contract waarmee we Nederland een perspectief geven met behoud van een sterke economie voor welvaart voor iedereen op een rechtvaardige basis.”
Lonen stijgen
Volgens de VNO-NCW-voorzitter stijgen de bruto lonen momenteel harder dan ze in jaren hebben gedaan, doordat de economie heel veel banen creëert. “In Nederland worden de lonen decentraal vastgesteld, afhankelijk van wat een bedrijf of sector kan dragen. Cao-lonen zijn de basis, die al naar gelang de conjunctuur per bedrijf worden aangevuld met incidentele inkomsten. Dat proces werkt altijd met wat vertraging, maar doet nu gewoon zijn werk. Dat mensen de stijgende bruto lonen helaas onvoldoende terugzien in hun besteedbaar inkomen, komt vooral door de sterk gestegen lastendruk.” De Boer wijst er ook op dat in de nieuwe CPB-cijfers sprake is van een daling van de arbeidsproductiviteit.
Koopkracht nauwelijks gestegen
Sinds 2008 is de werkende Nederlander bijna 300 euro per maand meer gaan betalen aan collectieve lasten. Hierdoor hebben mensen nauwelijks iets gemerkt van de economische groei en de oplopende bruto loonkosten die werkgevers betalen. Als gevolg hiervan is de koopkracht nauwelijks gestegen. Terwijl de economie in de periode tussen 2002 en 2017 groeide met 15 procent, groeide het besteedbaar inkomen in diezelfde periode slechts met 2 procent. Ondertussen steeg het begrotingsoverschot naar meer dan 11 miljard. Daarnaast zijn ontwikkelingen op de arbeidsmarkt gaande die veel mensen zorgen baren. Ondernemingen hebben een toenemende behoefte gekregen aan flexibiliteit, maar veel werkenden hebben nog niet de ervaring dat dit samen kan gaan met blijvende werkzekerheid. Hier ligt volgens De Boer een grote sociale opgave om mensen nieuwe zekerheden te geven.