‘Wereldbank moedigt niet aan tot belastingconcurrentie’

De wijze waarop de Wereldbank in een rapport de belastingdruk voor het midden- en kleinbedrijf in kaart brengt, moedigt niet tot internationale belastingconcurrentie.

Dat stelt minister Jeroen Dijsselbloem van Financiën in antwoord op Kamervragen die zijn gesteld naar aanleiding van het bericht ‘World Bank must stop encouraging harmful tax competition’.

De minister antwoordt dat het kabinet van mening is dat de wijze waarop de Wereldbank in het Doing Business-rapport de belastingdruk voor het midden- en kleinbedrijf in kaart brengt niet aanmoedigt tot internationale belastingconcurrentie. De algemene koers van de Bank is het mobiliseren van lokale middelen in ontwikkelingslanden. Deze is gericht op het ondersteunen van landen bij het verbreden en verdiepen van hun lokale basis voor belastingheffing. Daarmee speelt de Wereldbank een belangrijke rol bij het realiseren van de doelstelling voor het verhogen van de belastinginkomsten in ontwikkelingslanden, zoals afgesproken in het kader van de Duurzame Ontwikkelingsdoelen (waarbij een totale belastingopbrengsten/BBP-ratio van boven de 15% wordt nagestreefd).

Zo ambieert de Bank om de komende drie jaar ten minste een derde van de armste klantlanden van de Bank, met name fragiele staten, te ondersteunen bij het vergroten van hun belastingopbrengsten/BBP-ratio. De Wereldbank draagt ook bij aan het vergroten van internationale belastingtransparantie en het tegengaan van illegale geldstromen en witwaspraktijken, onder andere via capaciteitsopbouw in ontwikkelingslanden. Deze activiteiten zijn in lijn met de afspraken die binnen de OESO en de EU worden gemaakt om belastingontwijking tegen te gaan.

 

(Bron: Fiscanet)

Gerelateerde artikelen