Wel of geen rentevergoeding over teruggaaf BPM?

05 oktober 2016

Rechtbank Den Haag heeft een uitspraak gedaan over het al dan niet vergoeden van rente over de teruggaaf van BPM.

Een bv heeft wegens de kentekenregistratie van verschillende auto’s op diverse data op aangifte BPM voldaan. De bv heeft bezwaar gemaakt tegen de voldane BPM. Wegens het uitblijven van een uitspraak op bezwaar heeft de bv om een dwangsom verzocht.

Aan de bv is ten aanzien van een aantal auto’s teruggaaf van BPM verleend vanwege de waardedaling van de auto’s tussen het moment van aangifte en de kentekenregistratie. De bv stelt dat over de teruggaaf rente moet worden vergoed.

Rechtbank Den Haag overweegt dat op grond van artikel 28c IW 1990 invorderingsrente kan worden vergoed indien belasting wordt teruggegeven, omdat belasting in strijd met het Unierecht is geheven. Daarvan is in het onderhavige geval geen sprake. De oorzaak van de teruggaaf is gelegen in de waardedaling van de auto in de periode gelegen vanaf de aangifte tot het moment van kentekenregistratie. De mate waarin die waardedaling ontstaat vanwege tijdsverloop heeft de bv zelf in de hand. De Rechtbank ziet daarom geen aanleiding voor een rentevergoeding.

De bv heeft geen recht op een proceskostenvergoeding voor de bezwaarfase, omdat zij bewust het risico heeft aanvaard dat de op aangifte voldane belasting te hoog is. De in de beroepsfase gemaakte proceskosten worden wel vergoed omdat de Inspecteur pas uitspraak op bezwaar heeft gedaan nadat beroep was ingesteld. Tevens wordt een dwangsom toegekend.