Weigering btw-nultarief bij afhaaltransacties

Een recente uitspraak van Gerechtshof Amsterdam benadrukt het belang van een toereikende bewijsvoering bij intracommunautaire leveringen waarop het nultarief wordt toegepast. Een ondernemer die niet in staat is om het grensoverschrijdende vervoer van door hem geleverde goederen aan te tonen, loopt kans dat de Belastingdienst btw-naheffingsaanslagen oplegt.

Het hof oordeelde dat toepassing van het nultarief niet is toegestaan bij een intracommunautaire levering van gebruikte (auto)materialen, omdat belanghebbende niet aannemelijk heeft gemaakt dat de goederen zijn vervoerd naar België.

Een Nederlandse ondernemer die goederen intracommunautair levert mag onder voorwaarden het btw-nultarief toepassen. Eén van de voorwaarden is dat de ondernemer aan de hand van ‘boeken en bescheiden’ aantoont dat de goederen daadwerkelijk zijn getransporteerd naar een andere EU-Lidstaat.

In deze zaak voor het Amsterdamse Hof ging het om een zogenoemde ‘afhaaltransactie’: een Nederlandse ondernemer verkoopt auto-onderdelen aan een Belgische afnemer die ze in IJmuiden ophaalt. De Nederlandse Belastingdienst weigert vervolgens het nultarief omdat de ondernemer niet in staat is om het grensoverschrijdende vervoer van de onderdelen naar België aan te tonen. 

Hof Amsterdam stelt de Belastingdienst in het gelijk. De door de ondernemer overlegde stukken (factuur en bankafschrift) vormen onvoldoende bewijs voor het grensoverschrijdende vervoer. Door het ontbreken van een afhaalverklaring voldoet de ondernemer eveneens niet aan de specifieke bewijsmogelijkheden voor afhaaltransacties zoals opgenomen in Besluit Intracommunautaire Leveringen. Volgens het Hof heeft de Belastingdienst daarom de naheffingsaanslag terecht opgelegd.

  1. ECLI:NL:GHAMS:2017:1591

 

(Bron: Baker Tilly Berk)

Gerelateerde artikelen