Wegenbelasting stijgt met 100 miljoen naar 5,6 miljard
De motorrijtuigenbelasting (MRB) bestaat uit twee delen. Het grootste deel, het Rijksdeel, stijgt met 2,4 procent naar bijna 4,1 miljard euro. Het deel bestemd voor de provincies, ruim 1,5 miljard euro, blijft nagenoeg gelijk.
Opbrengst provincies nagenoeg gelijk
Provincies verwachten 1,5 miljard euro op te halen aan motorrijtuigenbelasting in 2016, net zoveel als in 2015. Ondanks dat het gemiddelde opcententarief van de twaalf provincies met 2,6 procent daalt, zijn de verwachte opbrengsten niet kleiner. Dit komt door de stijging van het aantal belastbare auto’s. Zo zijn onder andere oldtimers en energiezuinige auto’s vanaf 2016 niet meer volledig vrijgesteld van wegenbelasting.
Provincies en Rijk zijn vrij in de besteding van de wegenbelasting. Ze hoeven het geld niet aan wegen te besteden. Voor de provincies is de MRB de belangrijkste inkomstenbron waarop zij zelf, met de hoogte van het opcententarief, invloed kunnen uitoefenen.
Tarief opcenten daalt in Friesland
In Friesland betalen autobezitters in 2016 bijna 27 procent minder aan provinciale opcenten dan een jaar eerder. Hiermee verwacht de provincie een impuls te geven aan de Friese economie. Door de tariefsverlaging daalt de verwachte opbrengst in de periode 2016-2019 met ongeveer 20 miljoen euro per jaar. Om dit gat in de begroting op te vullen, moet de provincie andere middelen aanwenden om de lasten voor het komende begrotingsjaar te dekken. Hiervoor kunnen zij bijvoorbeeld hun reserves aanspreken. De provincie Drenthe verhoogt in 2016 het opcententarief juist met 1,9 procent om meer ruimte te krijgen in de begroting voor 2016. De provincie Drenthe heeft samen met de provincie Zuid-Holland het hoogste tarief. In 2016 bedraagt het opcententarief in beide provincies 92 procent.