‘We zitten allebei in een wespennest’

Een belastingadviesbureau kreeg van een accountant het verwijt dat de loonadministratie van een horecabedrijf niet correct was. Toch werd diezelfde administratie wel gebruikt om een vergunning mee aan te vragen. Het adviesbureau zit nu in de problemen omdat het bewuste horecabedrijf failliet is en een werknemer een claim heeft neergelegd.

Zowel de klager als de beklaagde hadden het vrijdag voor de Accountantskamer uitdrukkelijk over de schimmige horecawereld van Doetinchem. Of meer specifiek over de wat mistige praktijken rond het gefailleerde 't Praothuus. Het adviesbureau deed de loonaangiftes voor 't Praothuus dat in augustus 2015 door een aantal ondernemers was overgenomen. Maar de eigenaar meende dat de administratie niet klopte en stapte naar een accountant met de vraag dat te corrigeren. Die deed een nihilaangifte over maart 2016, wachtende op de cijfers van de ondernemer. Die kreeg hij niet, dus volgde een maand later opnieuw een nihilaangifte. En in mei 2016 ging de onderneming failliet. Het belastingadviesbureau meende vrijdag dat de accountant ten onrechte stelde dat de cijfers niet correct waren, met als gevolg dat hij het UWV – en later daarna ook een boze ex-werknemer van het horecabedrijf – op zijn dak kreeg. Een tweede verwijt gaat over een werknemer van het accountantskantoor die onterecht de titel van accountant droeg.

“We zijn allebei in een wespennest beland”, zei de beklaagde accountant in een reactie. “Hij nog meer dan ik. En ik kan nu niets meer aan die situatie veranderen.'' De accountant zei naar eer en geweten gehandeld te hebben met de informatie die hij had. Zijn salarisadministrateur wilde geen nihilaangifte doen, maar de accountant drong aan. Dat het adviesbureau fouten had gemaakt, heeft hij nooit gezegd. Er was juist sprake van goed overleg met de klager. Volgens hem vond de klant dat de salarisadministratie niet goed was opgezet. “Hij en de klager waren in conflict met elkaar en de klant vond dat een nihilaangifte moest volgen.” De accountant voelde zich onder druk gezet. Of een medewerker zich onterecht uit heeft gegeven als accountant, kon hij niet bevestigen. “Wel dat we afscheid van hem hebben genomen. Hij vertoonde een bepaald ziektebeeld”, omschreef hij vaag. Hij betreurde de situatie waarin de klager terecht was gekomen.

Uitspraak over tien tot vijftien weken.

(Zaaknr. 17/903)

[Door: Michiel Satink / Juridisch Persbureau Zwolle]

Gerelateerde artikelen