Waterschapsheffingen in vier jaar 9 procent gestegen

In de afgelopen vier jaar zijn de opbrengsten van waterschappen uit heffingen ruim 9 procent gestegen.

De verwachte opbrengst voor 2019 is 2,9 miljard euro. De waterschappen voorzien voor de komende vier jaar 5,8 miljard euro aan investeringen. Aan het begin van de vorige bestuursperiode was dat 5 miljard. 

Dit meldt het CBS op basis van de jaarlijkse analyse van heffingen en investeringen van de waterschappen.

Verwachte investeringen voor komende vier jaar 5,8 miljard euro
De stijging van de opbrengsten van de waterschapsheffingen hangt veelal samen met de investeringen die waterschappen doen voor hun taken. Als zich steeds vaker bijzondere omstandigheden voordoen, zoals verhoogde waterstanden of langdurige droogte, kan dat aanleiding zijn voor extra investeringen. 

Aan het begin van de vierjarige bestuursperiode in maart 2015 verwachtten de waterschappen bijna 5 miljard euro te investeren. Hoeveel van die investeringen zijn gerealiseerd is nog niet bekend. Voor de komende bestuursperiode (2019–2022) bedragen de verwachte investeringen 5,8 miljard euro. Bijna 4 miljard euro is bedoeld voor waterkeringen, aquaducten, gemalen en sluizen. Deze lasten hoeven de waterschappen in gebieden met intensief waterbeheer, tegen hogere kosten, niet alleen te dragen. De komende vier jaar dragen het Rijk en gezamenlijke waterschappen ruim 1,5 miljard euro bij aan de investeringen via het solidariteitsprogramma. 

Bovenop de bijna 4 miljard euro in watersystemen investeren waterschappen nog ruim 1,4 miljard euro in afvalwaterzuivering en 0,4 miljard euro in overige waterschapstaken.

Tarieven waterschapsheffingen lopen uiteen
De tarieven van waterschapsheffingen verschillen aanzienlijk tussen de waterschappen. De hoogte van de heffingen hangt samen met de specifieke kenmerken van het waterbeheer. Bepalend zijn de hoeveelheid water, ligging aan de kust of aan grote rivieren, bodemsoort, verstedelijking en ligging ten opzichte van de zeespiegel. 

Voor woningeigenaren is de hoogte van de waterschapsheffing onder meer afhankelijk van de WOZ-waarde van de woning. Op grond van de tarieven van 2019 betaalt een gezin met een koophuis van 300 duizend euro in waterschap de Dommel (Noord-Brabant) 252 euro per jaar aan heffingen. In een vergelijkbare situatie betaalt een gezin in hoogheemraadschap Noorderkwartier inclusief wegenheffing ruim 200 euro meer, namelijk 475 euro (inclusief 75 euro wegenheffing. Tot de waterschappen met hogere heffingen horen ook Scheldestromen (Zeeland), Delfland (Zuid-Holland) en Rivierenland (inclusief wegenheffing) in het rivierengebied van Gelderland, Utrecht en Zuid-Holland.

Minder heffing voor huurders
Gezinnen zonder koopwoning betalen een lager bedrag aan heffingen. Het waterschap met de hoogste heffingen voor een gezin zonder koopwoning is in 2019 hoogheemraadschap Delfland met een heffing van 404 euro. De hoogte van de heffing is onder andere te verklaren doordat in de Haagse regio in het vorige decennium twee grote afvalwaterzuiveringsinstallaties zijn gebouwd. De bouw- en de exploitatiekosten worden doorberekend in de heffingen van de inwoners van het waterschap en de bedrijven die er zijn gevestigd.

Gerelateerde artikelen