Blog: Wat als de fiscalist teveel vertrouwt op een specialist?

Een fisalist blijft verantwoordelijk voor de aangifte van de cliënt.

Stel je voor: een belastingadviseur staat voor een complexe fiscale uitdaging en besluit een gespecialiseerde fiscalist in te schakelen. Het advies van de specialist leidt echter tot een onjuiste belastingaangifte. Als dit aan het licht komt rijst de vraag: wie is verantwoordelijk? Kan de belastingadviseur zich verschuilen achter het advies van de ingeschakelde fiscalist, of is hij zelf verantwoordelijk en riskeert hij een strafrechtelijke veroordeling?

In een recente zaak bij de Rechtbank Rotterdam werd een gepensioneerde belastingadviseur vervolgd voor het opzettelijk indienen van onjuiste aangiften inkomstenbelasting voor twee dj’s over de jaren 2015, 2016 en 2017. Daarbij had hij een specialist ingeschakeld, namelijk een bekende belastingadviseur die meerdere dj’s adviseerde.

Niet langer in Nederland
In de aangiften werd op advies van de specialist opgenomen dat de dj’s vanaf 1 januari 2015 niet langer in Nederland woonden en geen belasting meer betaalden in Nederland. De belastingadviseur had tot 2015 zelf de financiële administratie gedaan voor het dj-duo en hun aangiften opgesteld. Hij had geadviseerd om vanaf 2015 een specialist te raadplegen vanwege het internationale karakter van hun situatie.

Nihilaangiftes ingediend
De belastingadviseur stelde de aangiftes vanaf 2015 niet meer op, maar diende wel nihilaangiftes in. Bij deze aangiftes was een brief gevoegd over de fiscale woonplaats van de dj’s, buiten Nederland. De dj’s zouden namelijk weinig binding met Nederland hebben en zelden in Nederland zijn.

Ontbreken van onderbouwing
De bijlagen waarmee de ontbrekende binding met Nederland kon worden onderbouwd ontbraken echter. Bovendien bevatte de brief onjuistheden ten aanzien van (wel bestaande) bankrekeningen in Nederland, het aantal dagen dat de dj’s in Nederland waren, buitenlandse telefoonabonnementen en hun zorgverzekering. De belastingdienst had na onderzoek vastgesteld dat beide dj’s nog een duurzame band met Nederland hadden en (fiscaal gezien) niet naar het buitenland waren verhuisd. De aangiftes waren daarmee onjuist en de rechtbank veroordeelde de belastingadviseur voor het doen van opzettelijk onjuiste aangiftes.

Adviseursverweer
De belastingadviseur voerde het ‘adviseursverweer’: hij had juist een specialist ingehuurd voor deze ingewikkelde internationale kwestie. Dit wordt in het fiscale recht vaak aangevoerd door belastingplichtigen die zich achter hun adviseur ‘verschuilen’. Oftewel, wat vriendelijker geformuleerd: die willen kunnen afgaan op de deskundige die ze hebben ingehuurd.

Voldoende invulling geven aan de zorgplicht
In dit geval gaat het om de algemene adviseur die meent te mogen afgaan op de specialist. Heel kort samengevat slaagt het verweer van de belastingplichtige, als  zijn adviseur voldoende deskundig is en volledig geïnformeerd. Haasnoot en Van Dijk schrijven in hun artikel over het adviseursverweer dat van de belastingplichtige wordt gevraagd voldoende invulling te hebben geven aan zijn zorgplicht jegens zijn adviseur tot het doen van een correcte belastingaangifte. Is dat het geval dan wordt – in het geval van een onjuiste aangifte – hem of haar geen opzet op het doen van een onjuiste aangifte verweten.

Onwetende belastingplichtige
Voor de belastingadviseur in deze casus ging die vlieger niet op. Uit het oordeel van de rechtbank blijkt dat de zorgplicht van de belastingadviseur verder gaat dan die van een relatief onwetende belastingplichtige.  De verdachte is al lange tijd belastingadviseur en weet daarom (aldus de rechtbank) dat het van belang is dat een aangifte duidelijk, stellig en zonder voorbehoud ingediend dient te worden.

Onderzoek naar de juistheid
De rechtbank stelt: “Vanuit zijn hoedanigheid en verantwoordelijkheid rust op de verdachte een zorgplicht die ertoe strekt dat hij de nodige maatregelen neemt ter ondersteuning van de juistheid van zijn dienstverlening, waaronder in beginsel onderzoek naar de juistheid van in aangiften opgegeven informatie.” Oftewel: de belastingadviseur kon niet volstaan met een  specialist zoeken en die van alle informatie voorzien, maar moest ook actief onderzoek doen naar de juistheid van ‘de informatie’ in de aangifte. Die informatie, de brief over de fiscale woonplaats, was aangeleverd door de specialist.

Kans aanvaard op een onjuiste aangifte
Bij dit oordeel van de rechtbank heeft de eigen verklaring van de belastingadviseur hem parten gespeeld. De belastingadviseur verklaarde dat hij wist dat er geen bijlagen waren bij de brief en dat de informatie over de bankrekeningen in de brief niet correct was. Als belastingadviseur moest de verdachte weten dat met een kale brief zonder bijlagen onvoldoende werd onderbouwd dat zijn cliënten niet meer in Nederland woonden. Bovendien wist hij dat bepaalde informatie in de brief niet juist was. Daarmee had hij de kans op een onjuiste aangifte aanvaard, aldus de rechtbank.

Informatie van een andere deskundige
Dit oordeel is in lijn met de regels van de beroepsgroep waartoe de adviseur behoorde. De Nederlandse Orde van Belastingadviseurs heeft in haar Code of Conduct neergelegd dat een lid mag afgaan op de juistheid en volledigheid van gegevens die een cliënt verstrekt, zolang in redelijkheid aanwijzingen van het tegendeel ontbreken. Indien gegevens daar aanleiding toe geven, moet nader onderzoek volgen. In het voorschrift moet je dan wel lezen dat dit ook geldt voor informatie die een andere deskundige aanlevert.

Toegevoegde waarde van een specialist
De vraag blijft onbeantwoord hoe ver de zorgplicht van de belastingadviseur reikt. Wat als hij bijvoorbeeld de brief wel met bijlagen was ingestuurd en er voor hem geen kenbare fouten in zaten? Had hij zich dan wel met succes het adviseursverweer kunnen voeren of had hij nog actief onderzoek moeten doen naar de juistheid van de hem verstrekte gegevens? Het oordeel van de rechtbank laat in ieder geval zien dat van een belastingadviseur meer wordt verwacht dan van een ‘gewone’ belastingplichtige. Daarbij ligt voor de hand dat de specialist wel iets moet toevoegen, feitelijke kennis of specifieke juridische kennis die de belastingadviseur zelf niet heeft. Juist op het meer specialistische stuk zal een iets minder actieve rol van de belastingadviseur worden gevraagd, en een actievere rol op dat wat voor hem gemakkelijk te controleren is.

In een inhoudelijk vergelijkbare casus werd de belastingadviseur deels veroordeeld voor het feitelijk leidinggeven aan het vals opmaken van een aangifte maar kreeg hij geen straf. Zie hierover het commentaar van Ludwijn Jaeger. Ook in deze zaak werd het advies van een specialist gevolgd, maar dit speelde geen bijzondere rol in de strafzaak. Samengevar: het inschakelen van een specialist ontslaat een belastingadviseur niet van zijn strafrechtelijke verantwoordelijkheid. De recente uitspraak van de Rechtbank Rotterdam bevestigt dat een adviseur kritisch moet blijven en niet blindelings mag vertrouwen op extern advies. Een zorgvuldige en kritische houding is essentieel om juridische complicaties te voorkomen.

Gerelateerde artikelen