Wanneer is een bedrijf profijtelijk?
Wie het artikel van een aantal weken geleden op Accountancy Vanmorgen over Manifesto las, kreeg de stellige indruk dat deze coöperatie van en voor betekenisvolle ondernemers bijna ter ziele is.*
Terwijl onze organisatie juist springlevend is, helemaal klaar om een grote sprong voorwaarts te maken. Hoe kan het dat de redactie van dit onlinevakblad en wij van Manifesto uit dezelfde feiten zulke andere conclusies trekken? Heeft dat te maken met hoe verschillend we in de wereld staan, en daarmee welke criteria we hanteren en hoe we cijfers interpreteren? Wanneer vind je bijvoorbeeld dat een nieuw concept geslaagd is, profijtelijk is, zich bewezen heeft en klaar is om op te schalen? Het lijkt erop dat Accountancy van Morgen en Manifesto hier blijkbaar nogal anders over denken. En dat maakt het interessant er een dispuut over te voeren.
Ben je bijvoorbeeld succesvol wanneer je binnen de kortste keren flink winstgevend bent, of wanneer je van meet af aan stuurt op het hebben van zoveel mogelijk betekenis voor je leden? Maar ook hoeveel tijd geef je jezelf om prospects en klanten aan een nieuw concept te laten wennen of om je processen te optimaliseren? Zeker bij een aanpak die aan alle kanten vernieuwend is, zo’n beetje breekt met alle mores van een branche – zoals in het geval van Manifesto – is dat bepaald geen sinecure. En, ook niet onbelangrijk, zijn de initiatiefnemers bereid persoonlijke offers te brengen, door bijvoorbeeld minder salaris op te nemen of dat zelfs een tijdje helemaal op te schorten wanneer de ontwikkeling wat langer duurt dan vooraf gedacht? Wij deden en doen dat met liefde, omdat we geloven in waar we mee bezig zijn, overtuigd zijn van de toegevoegde waarde van Manifesto, en bovenal omdat we de opbouw van onze organisatie als een langetermijninvestering zien.
Natuurlijk, we kennen allemaal de initiatieven in deze branche die het niet gered hebben, de handdoek in de ring hebben gegooid, besloten hebben dat het mooi is geweest, het weliswaar een leuk idee was, maar dat het in de praktijk niet werkte. En dan kun je inderdaad maar beter zo snel mogelijk stoppen.
Terwijl wij er juist de afgelopen jaren meer en meer achter kwamen dat onze aanpak klopt, zich in de praktijk bewijst, maar ook dat we meer tijd nodig hebben dan we vooraf gedacht en gehoopt hadden om onze processen te optimaliseren. Daar hebben we dus veel tijd en energie in gestoken, maar ook de lat voor onszelf en onze partners steeds hoger gelegd. Inmiddels zijn alle kinderziekten overwonnen. Zelfs voor ons grootste zorgenkindje, het real time scorebord, hebben we inmiddels een nieuwe partner gevonden, waarmee we voor het eind van het jaar dan eindelijk die langverwachte bètaversie gaan opleveren.
En daarmee zijn we klaar om op te schalen. Nieuwe vestigingen te openen, nieuwe partners aan te trekken en daar een crowdfunding voor te starten. Dat laatste doen we via Eyevestor omdat we via hen ook het eigen vermogen van onze coöperatie kunnen versterken. Niet onbelangrijk, want we hebben de ambitie uitgesproken binnen een aantal jaren dé coach en accountant van alle betekenisvolle ondernemers te worden, zowel in Nederland als België.
Die schaalvergroting is wezenlijk. Niet alleen voor Manifesto, die met meer vestigingen vanzelf winstgevender en daarmee ook financieel duurzaam wordt, maar bovenal voor al die betekenisvolle ondernemers, die zich nu amper of niet gehoord voelen bij de reguliere accountantskantoren. Omdat veel accountants moeite hebben om niet-financiële waarden als bezit te erkennen en zich eigenlijk niet kunnen voorstellen dat winstmaximalisatie niet het streven van elke gezonde onderneming zou zijn.
En dat in een tijd waarin steeds meer mensen – mede ook onder invloed van de pandemie – zich realiseren dat terug naar hoe het was allang geen optie meer is. We deze crisis moeten aangrijpen om onze economie drastisch te hervormen. Versneld afscheid moeten nemen van de oude en fossiele industrie en alleen nog die bedrijven moeten ondersteunen die toekomstbestendig zijn.
Onder hen bevinden zich niet de minsten, zoals de invloedrijke economen Mariana Mazzucato, Kate Raworth en Paul Krugman, centrale bankdirecteuren (waaronder die van de Bank of England en onze eigen Klaas Knot) en zelfs de meeste adviesorganen van onze overheid. Maar ook de regeringen van Nieuw-Zeeland, IJsland, Schotland en Wales, die nog een stap verder gaan, zijn overgestapt van welvaart op welzijn en de resultaten van hun beleid niet meer in Bnp maar in Bng (Bruto nationaal geluk) uitdrukken. En daarmee erkennen, dat die belofte van een eeuwig groeiende economie een sprookje is. We met het neoliberale systeem aan alle kanten hard tegen onze grenzen opbotsen, zelfs zo hevig dat wanneer we niet massale uitsterven van planten en dieren daarmee zelfs het voortbestaan van de mensheid op deze planeet riskeren.
We bevinden ons op dit moment middenin de transitie naar de betekeniseconomie, waar geld nog slechts een middel is en waarden en ethiek leidend zijn. Waar bedrijven streven naar maatschappelijke relevantie, sociale impact, inclusiviteit en regeneratie van het ecosysteem. En waar geen plek meer is voor organisaties die zich louter richten op financiële winst. En dan zijn we weer op het punt beland waar we ons betoog mee begonnen. Hoe je in de wereld staat, welke criteria je hanteert, en hoe je cijfers beoordeelt. Het lijkt erop alsof de redactie Accountancy van Morgen met hun oordeel over ons het oude neoliberale businessmodel nog steeds lijkt aan te hangen, en dus gelooft dat het maken van zoveel mogelijk winst, desnoods ten koste van alles en iedereen, het ultieme doel van een onderneming is.
Omdat de coöperatie Manifesto niet alleen is opgericht om betekenisvolle ondernemers te helpen alles uit zichzelf en hun onderneming te halen, maar ook als missie heeft om de branche te laten zien hoe het ook kan en hoe het ook zou moeten, zien wij in het artikel dat Accountancy van Morgen over ons plaatste een mooie aanleiding om nog eens duidelijk te maken wat onze drijfveren zijn en waar we op afgerekend willen worden.
* Accountancy van Morgen durfde het niet aan om deze blog te plaatsen. Dat is jammer, want de discussie hierover is wezenlijk voor de toekomstige rol van accountants en gaat aanmerkelijk verder dan een weerwoord op het door hun geschreven artikel.