Waarschuwing voor te weinig kritische accountant

De accountant die adviseerde bij de overname van een bedrijf dat later technisch failliet bleek, was te weinig kritisch in zijn waardering van de goodwill. Dat bleek dinsdag uit het vonnis van de tuchtrechter.

De betrokken accountant adviseerde een ondernemer eind 2014 bij de fusie met een ander bouwbedrijf. De goodwill van dat bedrijf werd vastgesteld op 267.000 euro. Maar het bedrijf was technisch failliet, zo was het verwijt van de klager. De goodwill was mede gebaseerd op de omzet van 2013. Maar in het daaropvolgende jaar was de omzet aanzienlijk lager. Het eigen vermogen van de onderneming was dan wel positief, maar dat was zonder dat er rekening is gehouden met de vordering op de directeur grootaandeelhouder ter grootte van 578.000 euro. Daarmee was het eigen vermogen dus in feite negatief, betoogde de gedupeerde ondernemer. Ook het werkkapitaal was negatief.

Dat de continuïteit van het bedrijf onzeker was, bleek wel uit het faillissement in september 2015. Volgens de accountant was de waardering van de goodwill gebaseerd op een door de ondernemer niet betwiste prognose van toekomstige resultaten. Een assistent stelde een waardering op die vervolgens met beide partijen is besproken. Maar volgens de standaard (NV COS 5500N) had van betrokkene onder meer verwacht mogen worden dat hij de opdrachtvoorwaarden vastlegde, een planning maakte en alles documenteerde, alles met het doel van de opdrachtgever voor ogen, zo schrijft de Accountantskamer in het vonnis. “Dat laatste brengt met zich dat van betrokkene een kritische opstelling verwacht had mogen worden, blijkend onder meer uit bestudering en analyse van de gemaakte opstelling voor de inbrengbeschrijving, vragen daaromtrent te stellen en zijn bevindingen over een en ander met zijn cliënt te delen.''

Dat de accountant zich kritisch opstelde, kan hij niet aannemelijk maken onder meer omdat hij dit niet schriftelijk vastlegde. Volgens de tuchtrechter heeft hij er niet voor gezorgd “dat een zorgvuldig voorbereide waardering van de overgenomen activa en passiva beschikbaar was, waardoor hij in strijd heeft gehandeld met het fundamentele beginsel van vakbekwaamheid en zorgvuldigheid''. De klacht dat hij twee heren diende, werd niet gegrond verklaard. Een collega bij hetzelfde kantoor behartigde de belangen van de andere partij, niet de betrokken accountant. Alles overwegende legde de tuchtrechter de maatregel van waarschuwing op.

Lees ook:

[Door: Michiel Satink / Juridisch Persbureau Zwolle]

Gerelateerde artikelen