Waarschuwing voor RA en AA vanwege onvoldoende waarborgen objectiviteit
De accountants voerden voor hun cliënten een due diligence onderzoek uit in verband met een een voorgenomen bedrijfsovername. De verkopers worden bijgestaan door een adviseur. De RA en AA hadden zelf een zakelijke relatie met deze adviseur. Een dergelijke situatie levert volgens de Accountantskamer een bedreiging van niet te verwaarlozen betekenis op voor de objectiviteit van betrokkenen in verband met vertrouwdheid. Betrokkenen hebben niet althans onvoldoende het conceptueel raamwerk toegepast door waarborgen te treffen en een en ander in hun dossier schriftelijk vast te leggen.
Het staat een accountant in het algemeen vrij in zijn zakelijke betrekkingen met zijn cliënt al dan niet in rechte een civielrechtelijk standpunt – daaronder te begrijpen het beëindigen van de werkzaamheden – in te nemen of rechtsmaatregelen te treffen. Hij dient daarbij wel een zorgvuldige belangenafweging te maken tussen zijn eigen belang, te weten in casu het beëindigen van de werkzaamheden, en de (voor hem kenbare) belangen van die cliënt, die als gevolg van die te nemen (rechts)maatregelen (kunnen) worden geschaad. In casu hebben betrokkenen dat onvoldoende gedaan.
Betrokkenen hebben in strijd met het beginsel van professioneel gedrag jegens klagers tijdens een gesprek in het kader van een interne klachtprocedure dusdanig taalgebruik gebezigd en druk uitgeoefend, dat er geen sprake was van een correcte afhandeling van die klacht.
Bij de beslissing omtrent het opleggen van een tuchtrechtelijke maatregel houdt de Accountantskamer rekening met de aard en de ernst van de verzuimen van betrokkenen en de omstandigheden waaronder deze zich hebben voorgedaan. Daarnaast is meegewogen dat betrokkenen niet eerder tuchtrechtelijk zijn veroordeeld. De Accountantskamer acht alles overziend in deze klachtzaken voor beide betrokkenen de maatregel van waarschuwing passend en geboden.
(14/906 en 14/907 Wtra AK van 17 april 2015)