Waarschuwing voor onterechte claim

Een accountant kreeg een waarschuwing opgelegd voor het doen van een ongegronde claim aan zijn ex-maten. Het verwijt dat hij valse facturen opstelde en lukraak faillissementen aanvroeg, is echter verworpen.

Zaaknr. 17/422

Lees over de zitting die vooraf ging aan dit vonnis:
-02-06-2017 – Accountant 'stuurde valse facturen'

De klagers en de accountant waren voorheen maten van kantoor Lodder & Co. Sinds ze gebrouilleerd raakten, dienden al diverse rechtszaken. De tuchtzaak die in juni diende, draaide om drie klachtonderdelen. De klagers menen dat de accountant eind augustus 2016 een factuur stuurde voor werkzaamheden die hij niet had verricht. Bovendien was de factuur geantedateerd en beweerde de beklaagde in februari dit jaar ten onrechte dat deze factuur al eerder was verzonden. Hij kon niet eens een factuur sturen, stellen klagers, omdat de beklaagde slechts onbezoldigd bestuurder was. 

Volgens de accountant werden uren door hem voor directievoering altijd via de interne administratie vergoed in verrekening met de rekening-courant. Toen hij geen toegang meer kreeg tot het interne systeem ging hij over tot het sturen van facturen. Dat de opmaakdatum 31 december 2016 is, valt te verklaren uit het feit dat het werk uit dat jaar betreft. De Accountantskamer meent dat het relaas van de accountant niet weerlegd is door de klagers. Dat de facturen ongenummerd en van verschillende datum waren, is niet tuchtrechtelijk relevant. Ook het antedateren is door de klagers niet voldoende aannemelijk gemaakt, aldus de tuchtrechter.

Het tweede klachtonderdeel betrof een claim ter hoogte van 563.000 euro. Volgens klagers maakt hij daar ten onrechte aanspraak op. Op de zitting bleek dat die claim gebaseerd is ,,op de in de conceptjaarrekening 2015 van de maatschap op die pagina opgenomen opgave specificatie van de in de privérekeningen opgenomen verdeling van de resultaten. Naar het oordeel van de Accountantskamer duidt de wijze waarop dit bedrag is gespecificeerd er niet op dat dit een (opeisbare) schuld van de maatschap aan betrokkene betrof'', aldus de Accountantskamer. Het had hem als accountant helder moeten zijn dat dit bedrag slechts het resultaat voor zijn werkzaamheden was dat in de concept-jaarrekening gespecificeerd was. Op grond hiervan meent de tuchtrechter dat de accountant zijn vordering hierop niet kon baseren en dat hij hiermee vakonbekwaam handelde.

De derde klacht ging over het aanvragen van het faillissement van een van de ex-maten. Volstrekt ongefundeerd omdat een door de accountant verstrekte lening allang was terugbetaald, aldus de klagers. De beklaagde maakt volgens hen zeer lichtvoetig gebruik van dit verstrekkende middel. Eerdere faillissementsaanvragen waren al afgewezen. De accountant betwiste dat de lening al was terugbetaald. Volgens de Accountantskamer bleek nergens uit dat die vordering ten tijde van het indienen van het faillissementsverzoek niet meer bestond. Het maakte dit klachtonderdeel ongegrond.

Omdat een van de drie klachtonderdelen gegrond is verklaard, kwam de Accountantskamer tot het opleggen van de maatregel van waarschuwing.

Auteur: Michiel Satink / Juridisch Persbureau Zwolle 

Gerelateerde artikelen