Waarschuwing voor leden tuchtrecht Auditors

Twee leden van de Raad van Beroep van het Instituut van Internal Auditors (IIA) hebben een waarschuwing gekregen. In strijd met haar eigen reglement werd besloten klagers, de klokkenluiders rond een aanbestedingszaak van tientallen miljoenen bij Vattenfall, niet te horen.

Door Michiel Satink

21/2170

21/2171

21/2172

21/2173

De achterliggende kwestie gaat over de aanbesteding van de bouw van een nieuwe, gasgestookte elektriciteitscentrale in Hamburg, een opdracht met een totale waarde van ongeveer 450 miljoen euro. De twee klokkenluiders klaagden bij hun toenmalige werkgever Vattenfall over een geheime ontmoeting met Siemens in 2013 op luchthaven Schiphol. Siemens wilde van de Vattenfall-werknemers alles weten over de aanbesteding om daarmee hun voordeel te doen. Vattenfall overtrad hiermee aanbestedingswetten en de eigen gedragscode, zo vonden de werknemers.

Ze dienden een interne klacht in. Een van de auteurs van een conceptmemo van de afdeling Internal Audit van Vattenfall bleek de bestuursvoorzitter van de IIA te zijn. In dit memo wordt erkend dat sprake was van het bewust overtreden van Europese aanbestedingsregelgeving. De klagers besloten tegen hem een klacht in te dienen bij het IIA. De Raad van Tucht verklaarde één onderdeel gegrond maar zag af van het opleggen van een maatregel. De klagers gingen in beroep. De Raad van Beroep van het IIA vond vervolgens een maatregel, in dit geval een berisping, wel op zijn plaats.

Daarop stapten de klagers naar de tuchtrechter. Kern van hun klacht is dat de IIA zijn eigen bestuursvoorzitter uit de wind hield. De klagers benadrukten dat de 'draft memo' geen discussiestuk was, maar het eindproduct van de 'internal audit' in dit proces. Dat de Raad van Tucht dit alles afdoet als een mogelijk onbedoelde onzorgvuldigheid is onacceptabel, vonden ze. Als er in Nederland sprake is van een groot corruptieschandaal waarbij een bestuur betrokken is, dan is Internal Audit nergens te bekennen, menen de klagers. ,,Internal Audit schijnt uitsluitend misstanden op de werkvloer op te lossen, maar de andere kant uit te kijken zodra het hoger management bij misstanden betrokken is.'' Er is geen toezicht op de interne auditors, stellen de klagers. Het IIA 'pretendeert' met de tuchtrechters er toezicht op te houden, maar deze klacht is de enige die tot nu toe ooit is ingediend.

De beklaagden meenden dat de Accountantskamer in deze zaak niet bevoegd is. Want zou ze een oordeel over deze klacht vellen dan staat ze in feite een 'tweede hoger beroep' toe. Na de Raad van Tucht oordeelde immers al de Raad van Beroep van IIA over deze kwestie. ,,Klagers wensen kennelijk de uitspraak van de Raad van Beroep nog eens te laten toetsen. Dat is niet mogelijk'', betoogde de verdediging. De tuchtrechter zag niet in dat de klagers misbruik maken van het tuchtrecht. Wel vond de Accountantskamer dat ze enigszins terughoudend moest toetsen. ,,Wat betrokkenen wordt verweten moet daarom betrekking hebben op een ernstige schending van de op de tuchtrechtprocedure geldende regels inzake de totstandkoming van de beslissing of de inhoud ervan'', schrijft ze in haar oordeel.

En van zo'n schending is ten aanzien van twee van de vier beklaagden sprake. Daarbij gaat het om de beslissing van de Raad van Beroep om niet over te gaan tot een hoorzitting ,,aangezien zij unaniem van mening is dat de voorhanden zijnde gedetailleerde documentatie toereikend is.'' Uit haar eigen Reglement van Tuchtrechtspraak blijkt echter dat het horen van partijen in een beroepsprocedure bij de RvB verplicht is. Daar heeft ze nu dus van afgeweken. De twee accountants hebben zo hoor en wederhoor niet nageleefd en ze hebben daarmee gehandeld in strijd met het fundamentele beginsel van vakbekwaamheid en zorgvuldigheid.

De klagers hebben inmiddels aangegeven in beroep te gaan tegen de uitspraak.

 

Gerelateerde artikelen