Waarschuwing voor accountant Grant Thornton

'Volgens de Accountantskamer ontbeerden de bevindingen van de accountant deugdelijke grondslag.'

Zaaknr. 18/668

De RA die eind 2011 in opdracht van de Nederlandse Mededingingsautoriteit (NMa) heeft beoordeeld of het Rotterdamse taxibedrijf Bios een boete zou kunnen dragen wegens kartelvorming, heeft van de Accountantskamer een waarschuwing opgelegd gekregen.

Dat heeft het tuchtcollege maandag bekendgemaakt.

Eerder over deze zaak verschenen: 
Faillissement taxibedrijf: 'Boetedraagkrachtrapport was nattevingerwerk'

Volgens de Accountantskamer ontbeerden de bevindingen van de accountant deugdelijke grondslag. Daarmee heeft hij de fundamentele beginselen van deskundigheid en zorgvuldigheid geschonden, menen de tuchtrechters.

De NMa wilde Bios een boete opleggen van acht ton euro. De accountant, werkzaam bij Grant Thornton, concludeerde dat het bedrijf er financieel ‘matig’ voor stond, maar een faillissement niet aannemelijk was.

De RA baseerde zich daarbij onder meer op de kredietfaciliteit van Bios. De debiteurenportefeuille, die ultimo 2010 8,1 miljoen euro bedroeg, was volgens hem voldoende voor zo’n vijf ton euro extra krediet.

Een conclusie die de accountant op basis van de beperkte informatie waarover hij beschikte, nooit had mogen trekken, meende Bios.

De cijfers waarop hij zich baseerde waren bovendien van 2010 en dus verouderd. Daarnaast was hij niet op de hoogte van de afspraken tussen Bios en de bank. Daar had hij bij het taxibedrijf naar moeten vragen, meende de advocaat van Bios. 

Dat laatste gaat volgens de Accountantskamer niet op. De NMa was zijn opdrachtgever, de accountant mócht zich niet eens tot Bios wenden. Met andere woorden: hoor en wederhoor was geen optie.

Maar dat ontslaat een accountant nog niet van zijn plicht om te zorgen voor een deugdelijke grondslag van zijn conclusies. Die was er onvoldoende, vinden de tuchtrechters. Zo ontbrak in het rapport de informatie over de kredietfaciliteit die was opgenomen in de concept-jaarrekening.

Ook ontbrak dat er gerede twijfel bestond omtrent de continuïteit van klaagster. En uit het rapport bleek evenmin waarop de omvang van de debiteurenvorderingen die ouder zijn dan 90 dagen was gebaseerd. 

Het feit dat Bios beter had moeten motiveren waarom de boete voor het bedrijf ernstige gevolgen zou kunnen hebben, was volgens het tuchtcollege voor de RA geen vrijbrief om zijn bevindingen in het rapport niet deugdelijk en inzichtelijk te onderbouwen. 

Auteur: Jan Smit/Juridisch Persbureau Zwolle

Gerelateerde artikelen