Waarschuwing voor accountant die niet naleven voorschriften gedoogde
19/2048
Over deze zaak schreven we eerder: Wanorde administratie leidt tot faillissement en tot tuchtzaak
Dat blijkt uit de uitspraak deze week van de tuchtrechter. Uitzendbureau TUW ging in oktober 2019 failliet mede nadat het aan boetes en naheffingen ruim 115.000 euro moest betalen. Het bureau, dat Poolse arbeiders in de tuinbouw te werk stelde, bleek de CAO voor uitzendkrachten niet na te leven. Zo kregen de werknemers structureel te weinig betaald. Het bedrijf ging uiteindelijk failliet. In het faillissementsverslag is te lezen dat de bestuurders menen dat het onjuist voeren van de administratie door de accountant de reden was dat ze met naheffingsaanslagen van de fiscus en het pensioenfonds geconfronteerd werden. De BV was niet in staat om die bedragen te betalen.
Het bedrijf stapte naar de tuchtrechter omdat het de accountant verweet dat onder zijn verantwoordelijkheid de loonadministratie onzorgvuldig en niet op vakbekwame wijze is verricht. Allereerst concludeert de tuchtrechter dat de klacht op onderdelen te laat is ingediend. De onderdelen van de klacht die plaats hadden voor januari 2016 worden daarom buiten beschouwing gelaten. Hierover had het bedrijf veel eerder naar de Accountantskamer moeten stappen. Voor de tuchtrechter staat vast dat medewerkers minder loon kregen dan waar ze recht op hadden. Zo werden toeslaguren niet doorbetaald. Hierdoor was er sprake van een situatie waarbij de betrokkene ,,in verband gebracht kon worden met het niet-integer handelen van TUW'', aldus de tuchtrechter. Hij had maatregelen moeten nemen. Het accountantskantoor wees gedurende een jaar op de tekortkomingen. Verbeteringen bleven echter uit en het kantoor bleef haar werkzaamheden verrichten. Hierdoor heeft de verantwoordelijk accountant ,,gedoogd dat voorschriften met betrekking tot de loonbetaling niet werden nageleefd'', aldus de Accountantskamer.
Ook klaagde het uitzendbureau dat de accountant zonder opzegtermijn zijn opdracht uiteindelijk toch teruggaf. Hij mocht dat doen, zo oordeelde de tuchtrechter, omdat van hem niet mocht worden verlangd dat hij – ondanks herhaald aandringen op verbeteringen – toch het werk zou voortzetten. De klacht dat de accountant geen inzicht gaf in de door het accountantskantoor gewerkte uren en daarbij horende uurtarieven, trof wel weer doel. Door niet dat inzicht te verschaffen handelde hij in strijd met het fundamentele beginsel van vakbekwaamheid en zorgvuldigheid.
De tuchtrechter legde een waarschuwing op, waarbij is meegewogen dat hij niet eerder tuchtrechtelijk is veroordeeld. Ook telt mee dat de betrokkene niet zelf tekortschoot, maar dat het juist mis ging omdat hij niet kon waarborgen dat onder zijn verantwoordelijkheid werkende collega's in overeenstemming met de geldende fundamentele beginselen handelden.